Emmy Hart, oud-schooldirecteur, pedagoog en oprichter van Stichting Rumas, pleit voor een landelijke campagne om ‘sukru’, die zijn kop heeft opgestoken in de samenleving, terug te dringen. Tegenover Dagblad Suriname uitte zij haar bezorgdheid. Sukru betreft een soft drug die eruit ziet als bruine suiker. Informatie heeft haar bereikt dat dit spul tegen een bedrag van SRD 10 al verkrijgbaar is. Dit middel dat veelal in drank wordt gedaan geeft de gebruiker een ‘high’ gevoel. Ook seksuele prikkels worden aangewakkerd. Hart drukt vooral ouders en verzorgers op het hart om erop toe te zien waarmee hun jeugdige kinderen bezig zijn. ‘Ook al is de situatie zo precair, let goed op jouw kinderen. Ouders moeten tijd stoppen in hun kinderen en nagaan wat hun kinderen doen.’ De pedagoge is zich goed van bewust dat bepaalde ouders meer dan een baan hebben om te kunnen overleven. Vooral op deze groep van ouders doet zij een beroep om de kinderen niet te verwaarlozen, maar tijd te maken voor hun kinderen.
Ook de verschillende scholen moeten extra waakzaam en alert zijn. ‘Vooral de technische scholen’, zegt Hart. Volgens Hart betreft het niet alleen een verantwoordelijkheid van de ouders, verzorgers en scholen, maar van de totale samenleving. ‘De sociale controle moet terugkomen. We moeten allemaal opstaan en vechten tegen dit middel. Anders hebben we straks geen toekomst meer.’ De social media zijn bij uitstek een middel dat gebruikt moet worden om jongeren bewust te maken van het gevaar dat schuilt achter ‘sukru.’ Inmiddels circuleren beelden van naakt dansende meisjes op de dansvloer als gevolg van het innemen van ‘sukru.’ Of die beelden in Suriname zijn opgenomen, is niet duidelijk. Ook de voorlichtingsdienst van het Korps Politie Suriname heeft een productie uitgebracht die in de omloop is op social media waar jongeren gewaarschuwd worden. Hart zegt met klem dat de voorlichting vanuit diverse organisaties en instituten opgevoerd moet worden in de strijd tegen ‘sukru.’
Ze deelt ook haar ervaring met Dagblad Suriname dat zij persoonlijk geconfronteerd is geworden met waarschijnlijk slachtoffers van ‘sukru.’ Op oudejaarsdag was ze ook in de binnenstad om de traditionele ‘owru jari’ te vieren. Plotseling kwam een jongen in de geschatte leeftijd van 15 jaar op haar af. ‘Mevrouw er is iets met mijn zus gebeurd’, riep hij. Hart ging naar de plek en zag een meisje van ongeveer dezelfde leeftijd belabberd op een stoel liggen. Hart voelde op dat moment ervoor om voor dat meisje te bidden. In haar gebed werd zij ondersteund door enkele burgers. Op datzelfde moment begon dat meisje over te geven. Ze wist niets van zichzelf af. Niet lang daarna zag Hart een tweede geval waar een dame belabberd en bewusteloos op een stoel lag. Enkele dagen geleden hoorde zij het verhaal van een bezorgde moeder. Zij kon haar zoon nergens vinden. Op een gegeven moment werd haar zoon naar huis gebracht in een taxi door een persoon die hem toevallig heeft herkend. ‘Het gaat om een jongen die uit een goed gezin komt. Hij lag belabberd langs de weg.’ Wanneer Hart al deze gevallen bekijkt, komt zij tot het besef hoe gevaarlijk ‘sukru’ is voor de jeugd. Zij doet een dringend beroep op een ieder in de samenleving om een vuist te vormen tegen sukru. Rumas heeft vorig jaar 900 jeugdigen over de vloer gehad. Het waren wanhopige ouders die met hun jeugdige kinderen togen naar Rumas voor gedragsproblemen. Volgens Hart is het een dringende noodzaak om de strijd tegen ‘sukru’ aan te gaan om erger te voorkomen onder de jeugd.
Asha Gajadien-Bhagwat