Momenteel zijn nieuwe pasbedrukte bankbiljetten in de omloop. Vooral biljetten van SRD 100. Er is een verschrikkelijke toename hiervan. Dit zegt econoom Richard Kalloe aan Dagblad Suriname. Volgens hem moet vooral gelet worden op het nummer dat voorkomt op het bankbiljet. ‘De regering rest geen andere keus dan het doen van monetaire financiering middels het bedrukken van nieuw geld. Er is geen andere bron waaruit geld kan binnenstromen. Suriname is een importeconomie. Opeenvolgende regeringen hebben verzuimd om te produceren en om de exportproductie te stimuleren’, zegt Kalloe.
Dat de valutakoers momenteel tegen de 10 aanleunt, hadden diverse economen waaronder ook Kalloe voorspeld. Toen hij nog minister was van Handel en Industrie in de periode van 1992 -1993, had Kalloe dergelijke koersontwikkeling zien aankomen. Dit had hij toen ook aangekaart in De Nationale Assemblee. De paralelkoers is flink onderhevig aan financiën verkregen uit witwaspraktijken. Hiervan was al sprake in de negentiger jaren met als gevolg een explosieve stijging van de dollarkoers. De meeste deviezen die in de samenleving circuleren, zijn afkomstig van het illegale circuit van witgewassen geld. ‘Er zijn wel Surinamers die hun deviezen opzij hebben gezet. Maar dit vindt in het buitenland plaats.’ Deze trend doet zich nog steeds voor.
De regering heeft geen andere keus dan monetair financieren om salarissen van ambtenaren enigszins te kunnen veilig stellen. Een andere bron van inkomsten is er niet. De monetaire financiering wordt door de econoom getypeerd als ‘bankbiljetten laten overkomen per container en vliegtuig’. Kalloe blijft realistisch en benadrukt dat niemand geld gaat willen lenen aan een failliet land als Suriname. Kalloe waarschuwt er vooral voor dat de witwaspraktijken in Suriname vooral door Amerika in de gaten wordt gehouden. ‘Ze gaan proberen om de gate van cocaïne af te knijpen. We worden geïsoleerd.’
Asha Gajadien-Bhagwat