Vakbond is niet essentieel bij organisatorische beleidsvorming
Volgens Peneux had de clustering van de vakonderdelen ten doel om structuur te brengen in de intersectie- en sectievoorzitters. Een sectievoorzitter heeft een coördinerende taak bij het opstellen van een bepaald proefwerk in een bepaald format, terwijl een intersectievoorzitter daarbij de samenwerking coördineert tussen de Imeao-scholen. “Wij geven vorm aan het staatsbesluit (SB) van 9 oktober 2017 over de reorganisatie van bestuurlijke en organisatorische processen binnen de school.” Peneux zegt met klem dat bij dergelijke processen het niet gebruikelijk is om met de onderwijsvakbonden het organisatorisch beleid uit te stippelen. “Op dit moment is de heer Valies niet nodig in dit besluit; het zijn de directeuren die zich naar het ministerie richten en die voor een overleg vragen.”
Peneux niet onder indruk van inhoud petitie
De inhoud en de wijze van de petitie-indiening roepen vraagtekens op bij de minister. “Ik vind het heel jammer dat studenten in een strijd worden gestopt, terwijl ze niet weten dat zij opkomen voor de docenten die meer geld willen verdienen.” Peneux ziet hierin totaal geen intentie voor kwaliteitswaarborging van het onderwijs, maar slechts eigen belang dat centraal wordt gesteld door de leraren. Dit motiveerde hij door het inkomen van de leraren op diverse niveaus te weergeven. “Een voltijdse docent op de middelbare school met een MO-A akte verdient nu een salaris tussen de SRD 5160 en SRD 5880; dit is een docent met een tweedegraads bevoegdheid. Een docent met een eerstegraads bevoegdheid verdient nu tussen de SRD 6280 en SRD 7360. En een directeur op een middelbare school verdient nu tussen de SRD 6524 en SRD 8091.” Daarom heeft het ministerie besloten om maximaal 35 lesuren (waarvan 7 lesuren tot de overuren gerekend worden) toe te kennen aan de leraren van de middelbare scholen. “De overuren zitten nu tussen de SRD 300 en SRD 350. En ook dit is niet genoeg!” Naar zeggen van Peneux eist Valies dat de docenten financieel vergoed moeten worden voor het opstellen van het proefwerk, terwijl dit inherent is aan de taken van de leraren. “Het ministerie kan nimmer verantwoordelijk voor gesteld worden dat kinderen geen repetities kunnen maken.” De minister is van mening dat 6.000 Imeao-studenten en 1.200 Imeao-leraren een protestdemonstratie moeten houden, wil er daadwerkelijk sprake zijn van een grote ontevredenheid binnen deze onderwijstype.
KSR