Winti is de eerste religieuze beweging in Suriname. Met de komst van de 1e Afrikanen zijn de contouren daarvoor gelegd. Uit de dagbladen van maandag 27 november j.l. lezen we dat bisschop Choenie van het R.K.-Bisdom een commissie heeft samengesteld. Deze commissie, bestaande uit personen met verschillende religieuze achtergronden en expertises, moet hem adviseren hoe te werken aan een vreedzaam Suriname na berechting in het 8 december strafproces. Dat ziet de bisschop als een historische kans om na het proces de juiste keuze te maken die een goede toekomst voor Suriname moeten ga-randeren.
Met de benadering ‘personen met verschillende religieuze achtergronden en expertises…’ worden waarschijnlijk organisaties en personen die winti belij-den niet meegerekend. De religieuze organisatie Tata Kwasi ku Tata Tinsensi ervaart dit gedrag als een grote klap in het gezicht van de wintigemeenschap. Winti is niet om haar standpunt gevraagd inzake de kwestie ‘8 december’ en hoe zij daar tegenaan kijkt. Natuurlijk is dat het goedrecht van de bisschop om een selectie naar eigen goedvinding te consulteren. Echter is dit een nati-onale zaak hetwelk een nationale aanpak behoeft.
Tata kwasi ku Tata Tinsensi staat voor een geestelijke oplossing, waarbij het standpunt moet zijn één van onpartijdigheid; zuiverheid. De mening ‘eerst berechting dan verzoening’ is geestelijk niet correct. Dat duidt op partijdig-heid en niet op vergeving en verzoening. Na berechting is vergeving noch verzoening een optie. Het recht heeft dan volgens de ene partij gezegevierd. Wat zou de volgende boodschap dan moeten inhouden: ‘Berust je in je lot en ga je straf uitzitten, want dat is gerechtigheid…’
Op grond hiervan ziet TK&TT partijdigheid en geen geestelijke oplossing. Het is begrijpelijk dat de bisschop zijn zienswijze inzake deze kwestie bevlekt is door zijn verleden met de organisatie ‘Gerechtigheid en Vrede’ en nabe-staanden slachtoffers 8 december ‘82. Haat en wraaksentimenten tussen par-tijen worden met dit concept vastgehouden, terwijl het een goede kans is om partijen nader tot elkaar te brengen voor de berechting. Stelselmatig heeft de bisschop in zijn voormalige functie ieder jaar aan de vooravond van 8 de-cember in kerkdiensten in de st. Rosakerk het standpunt van de nabestaan-den en de organisatie van mw. Betty Goede, vertolkt. Er werd open en bloot gebeden voor gerechtigheid wat erop neer komt: het bestraffen van de ‘da-ders’ door de rechter en genoegdoening voor de nabestaanden van de 15 slachtoffers. Zowel menselijk als geestelijk is het voor dhr. Choenie zeer moeilijk om nu in het ambt van bisschop een andere mening te vertolken, zonder gezichtverlies bij de favoriete partij.
De redenen waarom wintiorganisaties cq wintibelijdende personen geschof-feerd zijn, leeft waarschijnlijk in de eeuwenlange stigma van christelijke or-ganisaties om winti publiekelijk zogenaamd afgodisch af te stempelen om eigen gewin. We leven heden ten dage in een land waar de grondrechten van iedere Surinamer zijn vervat in de Grondwet en dat we elkaar op grond daarvan respectvol en correct moeten bejegenen. We zijn eveneens van me-ning dat een topgeestelijke aan leiding van een grote geestelijke organisatie in Suriname zich moet vasthouden aan het groter geestelijke belang van volk en samenleving. Het vasthouden aan het ‘stigmazaaiend’-gedrag en de partijdi-ge houding, is niet kenmerkend voor het pad van vergeving en verzoening. Het is meer één van verdeel en heers en het vasthouden aan en/of stimuleren van haat- en wraaksentimenten in de samenleving. Het vertoont in deze de ware aard van de mens zijn mens-zijn en het niet kunnen innemen van een puur geestelijke standpunt inzake de ‘8 december’-kwestie.
De mening van de wintigemeenschap wordt hiermee geponeerd als één van pure onpartijdigheid en zal dat standpunt blijven behouden. Willen wij wer-ken aan een betere toekomst voor land en volk dan zal dat moeten geschie-den zonder vingerwijzing naar wie dan ook. We zullen nu al en zonder enige vooroordeel moeten werken aan het pad van vergeving en verzoening tussen partijen inzake de ‘8-december’ kwestie, waarbij haat en wraaksentimenten geheel worden weggemoffeld.
Tata Kwasi ku Tata Tinsensi
Juliën A Zaalman (voorzitter)