De Nationale Partij Suriname, onder leiding van Gregory Rusland, heeft in het kader van 42 jaar staatkundig onafhankelijkheid van de Staat Suriname een moment stilgestaan bij het standbeeld van Henk Aron. Arron (1936- 2000) werd in 1961 bestuurslid van de NPS, een van de toentertijd grootste politieke partijen van Suriname. In de periode hierna is hij achtereenvolgens Statenlid en waarnemend fractieleider van de NPS. In 1970 wordt Arron voorzitter van de NPS.
Als Suriname op 25 november 1975 inderdaad haar onafhankelijk krijgt, wordt Arron de eerste premier van de Republiek Suriname. In 1980 wordt de regering van Arron afgezet door de Sergeantencoup van Desi Bouterse, Roy Horb en veertien andere sergeanten. De sergeanten zouden hun coup hebben gepleegd, omdat ze het “arrogante gedrag” van Arron en legerleider Elstak niet konden verdragen. Verbolgen waren ze onder meer over het feit dat Arron en Elstak niet wilden onderhandelen over positieverbetering van militairen en misstanden in het leger. Arron wordt na de coup onder meer beschuldigd van fraude en verblijft enige tijd in gevangenschap. Later krijgt hij huisarrest opgelegd. Van toen tot heden blijkt niets significants te zijn veranderd in de positie van de militairen in Suriname. Ook nog is er qua beloofde ontwikkelingen in het land, in vergelijking met ontwikkelingen in de wereld, statistisch geen vooruitgang geboekt. Dit zowel voor als na de coup, waar zowel militairen als niet militairen het voor het zeggen hadden en hebben in Suriname.