De verdachte Sabine E. kreeg het voordeel van de twijfel en werd door de rechter van de gehele tenlastelegging vrijgesproken. Zij werd ervan verdacht tezamen en in vereniging met haar medeverdachte, Bonito Reiker, een doos ter verzending te hebben aangeboden bij een verzendbedrijf. In die doos was er 230 ml drugs verwerkt in kokosolie. De verdachte Reiker had de doos met een taxi gestuurd naar de woning van Sabine met de bedoeling deze ter verzending aan te bieden. Volgens Sabine wist zij op dat moment niets over de drugs in die doos. De geadresseerde was de zus van de verdachte Reiker. Kantonrechter Robert Praag merkte op dat tegen de verdachte Reiker het bewijs wettig en overtuigend was geleverd. Hij legde hem daarom een straf op van conform de eis, namelijk 6 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk onder aftrek en een proeftijd van 3 jaar. Advocaat Delano Landvreugd heeft een aantal verweren in deze zaak aangevoerd. Eén van de verweren is dat ook de taxichauffeur die de doos voor Sabine had bezorgd buiten de boot is gevallen, alsook de medewerker van het postbedrijf. Waarom worden zij niet vervolgd? De raadsman concludeerde dat er in strijd met het gelijkheidsbeginsel is gehandeld. De rechter merkte op dat de verdachte Reiker de doos zelf had ingepakt. Hij heeft de verzender Sabine gebeld en benaderd om die doos te posten. Ten aanzien van de taxichauffeur weet de rechter niet wat voor belang de chauffeur zou hebben om drugs in die doos te stoppen. De verdachte had de doos en het geld aan de taxichauffeur overhandigd om deze aan Sabine te geven. De vervolging is duidelijk op dit stuk dat de taxichauffeur alsnog vervolgd kan worden. Ten aanzien van de medewerker van het postbedrijf zegt de magistraat dat hij in het kader van werkzaamheden de dozen had verzameld in een container. Daarom wordt hij voor dit feit niet vervolgd. Bovendien heeft de medewerker van het postbedrijf geen enig belang daarbij. Hij kent de geadresseerde niet. Behalve de verdachte kent niemand de geadresseerde, omdat het de zus van Reiker betreft die in Nederland woont. Het delict is voltooid en het valt onder uitvoer van de drugs, merkte de rechter op. Wel staat vast dat de verdachte cocaïne, dan wel een derivaat daarvan, in die kokosolie had verwerkt met de bedoeling deze naar Nederland te posten. De rechter gaf aan dat het spul verderfelijk is. Hij veroordeelde daarom de verdachte conform de eis.
Saskia Bandhan