De Vereniging van Economisten (VES) was ook aanwezig op deze conferentie. Voorzitter Winston Ramautarsing stelt dat als er in de private sector van Suriname animo is om samenwerkingen aan te gaan, er heel wat in zou kunnen zitten. “Israël staat enorm bekend om haar technologische ontwikkeling, met name in de agrarische sector”, stelt hij. Als er in de Surinaamse private sector belangstelling is, is nog een open vraag bij de VES-voorzitter. “Ik heb daar wat twijfels over. Ik zie dat iedereen zich inhoudt. Iedereen zit te wachten op enig signaal van de overheid, dat zij serieus is”, stelt Ramautarsing. Hij merkt op dat de appetijt bij de Surinaamse ondernemers om nieuwe investeringen en nieuwe projecten aan te gaan, en nieuwe producties op te zetten op dit moment klein is. Verder merkt Ramautarsing op dat een partnerschap aangaan met een Israëlisch bedrijf, het economisch klimaat niet beter maakt. “Het algemeen economisch klimaat in Suriname is bar slecht”, aldus de VES-voorzitter. Suriname scoort sinds de afgelopen twee jaren op een aantal gebieden slecht qua het behouden van een gezond investeringsklimaat. Dit, hoewel er vaak uit de regeringstop wordt benadrukt dat ons investeringsklimaat iets vriendelijker en vooral aantrekkelijker moet worden gemaakt.
Daling op ranglijst
Bij het verkrijgen van elektriciteit bijvoorbeeld is het land in de afgelopen 2 jaren van een plaats 69 gedaald naar 131. Zelf op het niveau van het implementeren van contracten is Suriname 3 stappen achteruit gegaan (nu nummer 187 in de wereld). Bij het opstarten van een onderneming daalt Suriname van plek nummer 181 naar 186. Israël is niet de beste in de wereld, maar doet het qua het opstarten van ondernemingen vele malen beter dan Suriname. Momenteel staat het land stationair op nummer 37 in de wereld bij het opstarten van een business. Onze plaats op de doing business ranking (World Bank Group) is momenteel 165, terwijl die van Israël 54 is. Opgemerkt moet worden dat Israël deze resultaten behaalt met ruim 8.5 miljoen mensen, terwijl Suriname het met een half miljoen inwoners moet doen.
Erez Zaionce, vertegenwoordiger van de Israëlische overheid, gaf wel aan dat de Israëlische delegatie naar Suriname toe overvloog, om naar de ondernemingsmogelijkheden te bekijken. Het land kan innovatie, oplossingen en kennis op tafel leggen voor verschillende sectoren. “Wij geloven in Suriname”, stelde Zaionce.
Om de Israëliërs zo ver te krijgen in Suriname te investeren, zal volgens Welzijn door Surinamers zelf een goed investeringsklimaat moeten worden gecreëerd. Hij hoort vaak een licht verwijt van: ‘het ligt aan de overheid’. Het ligt naar zijn oordeel echter aan de Surinamers zelf. “Wij allemaal moeten ervoor zorg dragen dat wij door onze uitstraling een goed investeringsklimaat creëren. Surinamers moeten een positievere uitstraling hebben naar buiten toe. Wij kunnen intern onze discussies hebben, maar laten wij het intern oplossen. Ik hoor ook vaak van buitenlandse organisaties dat ondernemers klagen over geen aantrekkelijk investeringsklimaat. Als je dat aan de mensen zegt, hoe wil je dat mensen hier naar toe komen?”, aldus Welzijn.
Kavish Ganesh
