Ex-officier van Justitie Ryan Autar riskeert een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 23 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, een proeftijd van 3 jaar en ontzegging uit zijn ambt voor de duur van 5 jaren. Zijn medeverdachte, de BBS’er Amit Ramdas, hoorde een celstraf van 12 maanden, waarvan 11 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, een proeftijd van 3 jaar en 2 jaar ontzetting uit zijn ambt. Aan deze verdachten worden 4 verwijten gemaakt. Met dit strafvoorstel blijven beide verdachten op vrije voeten. Openbare aanklager Cynthia Klein zette alle 4 feiten op een rijtje. Het eerste feit betrof het geval van de verkeersovertreder B.C. Het rijbewijs van deze man was ingevorderd voor een verkeersovertreding. De zoon van deze overtreder was een collega van de verdachte Ramdas. Hij benaderde hem om na te gaan hoe ver de zaak van zijn vader was. Toen Ramdas dit natrok bij officier Autar bleek dat hij SRD 750 voor het rijbewijs vroeg en voor de snelle afhandeling een Blue Label Whisky. Echter gaf Autar zijn medeverdachte aan dat hij dat geld van de Blue Label Whisky moest geven. Hij zou het maar zelf aanschaffen. Deze benadeelde heeft in totaal SRD 750 en SRD 1050 overhandigd aan Ramdas. Ramdas heeft op zijn beurt dit geld aan officier Autar overhandigd.
Na deze onrechtmatige afhandeling heeft Ramdas de tweede overtreder, de benadeelde C., die de kapper was van Ramdas, benaderd om ook de teruggave van zijn rijbewijs te regelen. De verdachte Ramdas hield zijn kapper voor dat hij strafzaken kon natrekken, omdat hij een beveiligingsambtenaar is van een officier van justitie. Ramdas benaderde op zijn beurt Autar om ook deze zaak te willen regelen. Voor deze afhandeling eiste Autar, die toen substituut-officier van justitie was, SRD 1900. De overtreder vond het bedrag te hoog waarna Autar het bedrag terugbracht op SRD 1300. Na de betaling van dit bedrag kreeg de kapper zijn rijbewijs via Ramdas terug.
Ook het geval van de verkeersovertreder B. is via Ramdas gegaan. Ramdas was via een collega D.P. benaderd om het rijbewijs van zijn familie B. te doen teruggeven. Ramdas stuurde op zijn beurt de gegevens van de overtreder B. via een whatsapp-bericht naar Autar. Na enkele dagen nodigde Autar zijn medeverdachte Ramdas uit om op zijn kantoor te komen. Voor deze afhandeling eiste Autar een geldsom van SRD 1750. Ramdas ontving het geld van zijn vriend en bracht het vervolgens thuis bij officier Autar. Ook deze overtreder kreeg zijn ingevorderd rijbewijs terug. Deze overtreder had in dronken toestand gereden. Ook de beveiligingsman D.P. is in deze kwestie gehoord.
De benadeelde S.H., wiens rijbewijs was ingevorderd omdat hij onder invloed had gereden, vernam van een hooggeplaatste politiefunctionaris dat de overtreder zich moest aanmelden op het parket. Op het parket hoorde hij dat hij voor deze overtreding SRD 7000 moest betalen als deze zaak naar de rechter zou gaan. Hij heeft toen aan officier Autar, die hij niet bij zijn naam kende, SRD 1500 betaald. Hij kreeg een toestemmingsbewijs om zijn rijbewijs af te halen bij de politie van Nieuwe Haven. Daar gingen zaken mis en deze man wendde zich wederom tot het parket. Hij kreeg het rijbewijs via een Hindoestaanse man terug aan wie hij dat geld had betaald. De vervolging is ervan overtuigd dat de Hindoestaanse man Autar was, omdat hij destijds de enige mannelijke officier van justitie van Hindoestaanse komaf was, die belast was met aanrijdingszaken. Dit alles wordt aan beide verdachten verweten onder de eerste ten laste legging. Zij hebben 4 personen bewogen tot afgifte van het bovengenoemde geldbedragen.
Feit 2 is ten nadele van de overtreder H.L. Autar had hierbij Ramdas benaderd. Hij had een bericht verzonden met de gegevens van de overtreder. Er was door Autar USD 5000 gevraagd. De mensen kwamen overeen nadat hen het rijbewijs werd getoond. Toen Ramdas het geld USD 5000 in ontvangst nam, werd hij aangehouden door de politie. Autar had niets gemerkt van de aanhouding. Gelijk daarna belde Ramdas, in bij zijn van de politie, Autar op om het geld te ontvangen. Ook dit werd uitgevoerd. Zodoende werd Autar door de politie aangehouden. Deze gesprekken en handelingen zijn vastgelegd op geluid- en beeldmateriaal.
Als feit 3 hebben de verdachten de overtreder W.L. bewogen tot afgifte van een geldbedrag groot SRD 2500. Toen waren die 2 nog niet aangehouden. Deze deal is niet doorgegaan omdat de benadeelde het bedrag te hoog vond. Met behulp van een politieman werd een schriftelijk verzoek gedaan aan het parket voor de teruggave van het rijbewijs. Na de boete van SRD 500 te hebben voldaan, kreeg de benadeelde zijn rijbewijs terug. Klein merkte bij deze zaak op dat Autar in strijd met de richtlijnen en procedures, in samenspraak met Ramdas, willens en wetens het dossier van W.L. onder zich heeft gehouden om hem een bepaald bedrag af te troggelen. Echter zijn hun voornemens niet voltooid.
Het laatste feit is ten nadele van R.Y. Aan de echtgenote van deze benadeelde is er SRD 15.000 gevraagd om haar echtgenoot, die in verband met het onderzoek was ingesloten, vrij te krijgen. Deze benadeelde had reeds een advocaat in de arm genomen. In opdracht van Autar moest zij de advocaat bedanken. Ook zij vond het bedrag hoog en ging akkoord met SRD 7500. Echter instrueerde Autar dat Ramdas geen genoegen moest nemen met dat bedrag.
Autar ontkent alle feiten steevast. Hij verklaart nimmer geld van Ramdas te hebben ontvangen voor de afgifte van rijbewijzen. Volgens Autar speelde hij mee in de zaken van W.L. met Ramdas omdat hij Ramdas wilde pakken op zijn handelingen. Over de USD 5000 had Autar verklaard dat de vader van Ramdas hem USD 5000 moest betalen. Volgens Klein vindt deze verklaring nergens ondersteuning. De vader van Ramdas is gehoord. Ook gaf de vervolging aan dat de verdachte Autar zijn eigen verklaring tegenspreekt, nadat is komen vast te staan dat hij gegevens van W.L. naar Ramdas had verzonden. De vervolging concludeerde dat beide verdachten in de uitoefening van hun bediening en in strijd met hun plicht in de bovengenoemde zaken geldbedragen hebben ontvangen als te zijn boetegelden verschuldigd aan de openbare kas. Klein gaf aan dat Ramdas gedetailleerd en onderbouwd de zaak heeft voorgelegd. Hij heeft zichzelf ook bezwaard. De verklaringen van Ramdas worden gestaafd met de verklaringen van alle benadeelden. Daarom heeft de vervolging geen redenen om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. Volgens de vervolging staat het vast dat de verdachte Autar in strijd heeft gehandeld met de interne OM-richtlijnen en instructies aangaande verkeerszaken. Het is een vaste procedure op het parket dat boeteformulieren en rijbewijzen door de administratie aan belanghebbende worden verstrekt en niet door de officier van justitie. Ook worden boetengelden nooit aan officieren afgegeven of betaald. Ingevorderde rijbewijzen worden door de zittingsofficier alleen teruggegeven na afstemming met de coördinerende hoofd- of senior officier van justitie. Het is juist het Openbaar Ministerie dat vanuit een strafrechtelijke invalshoek moet bijdragen aan de bestrijding van alle vormen van criminaliteit. waaronder corruptie. Het is in dit geval zeer schokkend en kwalijk als een lid van het OM zich schuldig maakt aan strafbare feiten. Dit laakbaar gedrag zou ertoe kunnen leiden dat het aanzien van het OM en vertrouwen van burgers in de objectiviteit van beslissingen van OM ernstig worden geschaad. Op 5 december komen de raadslieden aan de beurt. Autar was niet aanwezig tijdens de behandeling van zijn strafzaak.
Saskia Bandhan