Conform de EITI-standaard zal Suriname zijn eerste EITI-rapport ultimo november 2018 publiceren. “De voorgeschreven te ondernemen acties door Suriname zijn op schema”, zegt president Desi Bouterse. Hij reageerde hiermee op beweringen van NPS-fractieleider Gregory Rusland die eerder zijn bezorgdheid uitte dat Suriname in de internationale mijnbouwwereld dreigde gecategoriseerd te worden als een land dat zich niet houdt aan richtlijnen en voorwaarden. Op eigen aanvraag is het land op 24 mei toegelaten tot de Extractive Industries Transparancy Initiative (Eiti). Dit standaarden bureau verzamelt, verwerkt en publiceert informatie over olie, gas en de mijnindustrie. In De Nationale Assemblee voerde het staatshoofd aan dat vanuit de overheid alle nodige human resources en faciliteiten, zoals het Bauxietinstituut, beschikbaar zijn gesteld om het een en ander te accommoderen voor het EITI. “Alles is bekostigd door de overheid. De overheid heeft via een overeenkomst met de Wereldbank fondsen met een waarde van minimaal USD 350.000 verworven om te geraken tot publicatie van het eerste rapport. De vergoeding van leden voor 2 jaar door de overheid wordt ook betaald”, stelt de president. Als Suriname volgens de gestelde richtlijnen en regels van het EITI te werk gaat, zal zij gecategoriseerd worden als een land dat transparant informatie verstrekt over het beheer van de olie, gas en mijnopbrengsten. Met als gevolg een verbetering van onze creditrating. Volgens de NPS’er is dit toch wel een zorgpunt voor multinationals die op dit moment in Suriname bezig zijn met activiteiten offshore. “Men maakt zich zorgen over de transparantie en zekerheid waarmee men zaken in Suriname kan doen. Ook zij vragen zich af wat er zal gebeuren als zij inderdaad die hit hebben”, aldus Rusland.
FR