De laatste weken is er veel aandacht geweest voor de problematiek van het zwaar transport. Aanleiding hiervoor waren onder andere incidenten met trucks op de Saron- en Jules Wijdenboschbrug. Het instorten van de brug over de Falawatrakreek op de weg naar Apoera was voor minister Jerry Miranda van Openbare Werken, Transport en Communicatie de reden de weg af te sluiten voor alle transport zwaarder dan zes ton. Ook zijn de controles op het zware transport opgevoerd.
De houtsector heeft begrip voor deze beslissing van de minister. Waar de sector echter geen begrip voor heeft, is dat het erop lijkt dat de zwarte piet alleen bij de houtsector wordt neergelegd. En dat terwijl in Suriname ook transport over de weg plaatsvindt van andere zwaar materiaal zoals grind, zand en olie.
Voor de houtondernemers is het simpel. Transport van het hout over de weg is onvermijdelijk. De meeste zagerijen en de haven zijn immers in Paramaribo. Transport over water is maar beperkt mogelijk, omdat de rivieren niet overal diep genoeg zijn. Het schoonmaken en uitdiepen van het Saramaccakanaal is hard nodig. Daar komt bij dat diverse landingsplaatsen voor overslag van hout in een zeer slechte staat zijn.
Het spreekt voor zich dat de houtbedrijven zich aan de regels willen houden als het gaat om transport. Daarom eisen ze van hun transporteurs dat hun trucks aan alle regels voldoen. Het is echter de verantwoordelijkheid van de overheid de controle daarop uit te voeren en de transporteurs aan te pakken die zich niet aan de regels houden. Ook is het de taak van de overheid het onderhoud van de wegen en de bruggen te doen.
De houtsector zou het op prijs stellen als de overheid deze taak serieus oppakt en samen met de sectoren die de Surinaamse wegen intensief gebruiken, zoekt naar een duurzame oplossing. Het is immers in het belang van de Surinaamse economie dat deze sectoren kunnen blijven draaien, aldus de Algemene Surinaamse Houtunie, het Platform Houtsector en de Vereniging van Binnenlandse Houtproducenten.