Het Openbaar Ministerie is nog niet ready voor het requisitoir in de strafzaak, waarin de verdachte Roepeshkoemar R. terecht staat. Hij wordt ervan verdacht op 19 februari het slachtoffer Toelsidei Narine opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg om het leven te hebben gebracht. Volgens de vervolgingsambtenaar Shanta Mahadew is het DNA-resultaat van de bloedsporen op het mes waarmee het slachtoffer om het leven is gebracht nog niet binnen. Zij acht het nodig om eerst het resultaat binnen te krijgen en daarna over te gaan tot haar strafvoorstel. Het slachtoffer is middels steekverwondingen om het leven gebracht. Ook haar vriend Ritesh C. werd in de borststreek verwond. Hij overleefde de verwondingen wel. Uit het eerder onderzoek blijkt dat Roepeshkoemar een woning bij zijn broer had gehuurd. Hij woonde daar met het slachtoffer en zijn twee kinderen. De relatie tussen hem en het latere slachtoffer ging niet meer goed. De verdachte verliet de woning met zijn inboedel. Hij had niets voor de vrouw achtergelaten. Uit de verklaring van een vriend van de verdachte blijkt dat hij hem had meegenomen naar het adres van zijn vrouw. De verdachte stapte in de woning van het slachtoffer. Hij raakte verwikkeld in een worsteling met Ritesh. Hij pakte toen plotseling een keukenmes van het aanrecht en rende achter Ritesh aan. Hij bracht met het mes een aantal messteken toe aan Ritesh en daarna verwondde hij Narine met het mes. Zij overleed aan de opgelopen verwondingen. Volgens de verdachte had hij in dronkenschap gehandeld. Hij besefte daardoor niet wat hem op dat moment scheelde en wat hij allemaal deed. Hij merkte op dat de vrouw niet dood is. Op 27 november wordt de behandeling voortgezet.
Saskia Bandhan