Eerste voorzitter Jozef Brahim: “Het was een gezellige club”
De Vereniging van Economisten in Suriname heeft op woensdag 17 oktober haar 45-jarig bestaan mogen herdenken. Dit werd gedaan in aanwezigheid van een groot deel van de 160 leden tellende vereniging. Ook een van de prominente oprichters en eerste voorzitter van de VES, Jozef Brahim, was van de partij. De VES begon met een groep van vrienden die elkaar opdrachten gaven om uit te werken. “Het was een gezellige club. Ik ben blij dat de vereniging is uitgegroeid en tegenwoordig een plaats inneemt in de gemeenschap en een gezaghebbende stem heeft. Ik verzoek dat wij deze stem inderdaad blijven houden en op niveau van de discussie”, zei Brahim.
In de jaren 90 maakte de VES een doorstart door zich actief uit te dragen. Jim Boussaid, die ook achter deze stootkracht stond, pleegde een terugblik in de jaren 80. De vereniging ging na de moorden van 8 december 1980 in een diepe winterslaap. “Het was een moeilijke tijd in Suriname er waren samenscholingsverboden. Suriname werd in die tijd ook geconfronteerd met een heleboel nieuwe fenomenen”, legt Boussaid uit. Hij noemt als voorbeeld van nieuwe fenomenen de parallelmarkt (ontstaan in 1985) voor valuta, hyperinflatie, structurele aanpassing. Hij vond het jammer dat de toenmalige jonge studenten geen platform hadden om bijeen te komen, en over dit soort onderwerpen van gedachten te wisselen. Vandaar de draad toen wederom werd opgepakt.
Voorzitter Winston Ramautarsing gaf op deze grote dag voor de VES een beknopt overzicht van de economische situatie van Suriname. Ramautarsing herhaalde dat Suriname moeilijke tijden doormaakt. Echter benadrukte hij ook dat dit niet de eerste keer is voor Suriname. Volgens de Wereldbank Cijfers, ondanks de crisis die Suriname doormaakt.
Heeft Suriname in 41 jaren onafhankelijkheid een significante welvaartsgroei doorgemaakt. Vanaf 1975 is het BBP van Suriname van US$ 1248 per capita naar US$ 6484 per capita in 2016 gestegen. “Wij hebben ons welvaartsniveau vervijfvoudigd sinds de onafhankelijkheid, dat is wel goed om te weten. Ook wanneer wij beseffen dat wij in een dal zitten. Ik denk dat de economen in de samenleving daar een bijdrage aan geleverd hebben”, zei de VES voorman.
Hij maakte toch een kritische noot, in vergelijking met de rest van de wereld integendeel met de rest van de wereld is de kloof tussen de rest van de wereld en Suriname even groot gebleven. Suriname is op de helft van het welvaartsniveau van de rest van de wereld, zoals het land in 1975 al stond. “Terwijl wij vervijfvoudigd zijn, is de rest van de wereld, verder vooruit gedaan. Wij doen iets toch niet goed genoeg”, stelt Ramautarsing. Suriname doet het volgens hem nog niet goed in vergelijking met bijvoorbeeld Trinidad of Barbados. De enige troost zou zijn dat Suriname het beter doet dan Guyana.
Hoelang dat nog stand zal houden weet de econoom niet. “Bij de onafhankelijkheid hadden wij als Suriname de ambitie om de welvaartskloof tussen Suriname en Nederland te verkleinen. Toen hadden wij US$ 5000 per capita minder welvaart. In 2016 is tussen de Nederlander en de Surinamer US$ 39000 geworden. Wij hebben die kloof absoluut niet kunnen verkleinen. Sterker nog is het groter geworden.
De vereniging is volgens Ramautarsing daarom niet tevreden. Hij denkt dat er nog veel werk aan de winkel ligt.
Kavish Ganesh