Reeds 3 gevallen geconstateerd op Juspol-terrein
Op het terrein van het ministerie van Justitie en Politie (Juspol) doet zich sinds kort na sluitingstijd een bizar fenomeen voor. Het betreft een oplichtingsstunt die zeer geslaagd blijkt te zijn. Binnen drie weken zijn er namelijk 3 benadeelden geregistreerd op het politiebureau aan de Keizerstraat. Het begon allemaal met een simpele aanvraag voor een vuistvuurwapen. De benadeelde P.R., die een ondernemer is, heeft in gesprek met Dagblad Suriname meegedeeld hoe de oplichter te werk gaat.
Oplichter doet zich voor als ‘inspecteur Naarden’
“Donderdag werd er omstreeks 16:00 uur gebeld op de klantenservice van mijn restaurant. Ik was op dat moment niet aanwezig, maar van mij caissière kreeg ik te horen dat ‘inspecteur Naarden’ naar mij vroeg omtrent een aanvraag voor een vuistvuurwapen.” P.R. gaf te kennen dat hij sedert november 2015 een aanvraag heeft ingediend. “Doordat ik al 2 jaren wacht op de goedkeuring van mijn vuistvuurwapenaanvraag, heb ik meteen gebeld naar die ‘inspecteur’ die zijn gegevens had achtergelaten bij mijn caissière. Ik was meteen in een hoerastemming.”
Terrein Juspol uitgekozen voor oplichting
“Ik heb de ‘inspecteur’ zo snel als mogelijk opgebeld. Hij hield me voor dat hij mijn stukken bij de hand had; hij kon alles in details telefonisch correct doorspelen aan mij. Hij zei me dat hij dat wapen dat ik wou voor mij zou bestellen, waarna ik het meteen kon afhalen. Hij noemde een prijs van USD 1920 inclusief de kogels.” Zo gezegd, zo gedaan. P.R. rukte terstond uit om zich aan te melden op het ministerie. “Hij had me voor 17:00 uur geroepen aan de Henck Arronstraat waar Juspol gevestigd is. Hij zei dat de kassa om 17:00 uur sluit.” Alhoewel het geen geheim is dat de overheidskantoren om 15:00 uur sluiten, is P.R. in de val getrapt. “Ik dacht dat er misschien nieuwe manieren zijn om dit soort zaken af te handelen. ‘Inspecteur Naarden’ kon professioneel praten. Hoe hij mijn stukken heeft opgesomd, was heel overtuigend. Een vuistvuurwapen kost gewoonlijk ongeveer USD 1900. Als hij overdreven bedragen had opgenoemd, zou ik vermoeden dat iets niet klopt.”
Geen actieve bewaking op Juspol
“Op het ministerie aangekomen, was de poort open. Er was niet eens een hefboom; ik kon gewoon naar binnenrijden zonder dat iemand me tegenhield. Ik heb ‘inspecteur Naarden’ toen opgebeld om door te geven dat ik al was aangekomen. Telefonisch gaf hij me de verdere instructies.” Aan P.R. werd gevraagd om buiten het gebouw te lopen waar een loopjongen in een grijze auto op hem stond te wachten. “Aan hem moest ik het geld geven. Ik heb gedaan wat ‘inspecteur Naarden’ zei, terwijl we aan de telefoon waren.” Op dat moment ervaarde P.R. wel het onlogische van de vuurwapenafhandeling. “Ik heb de betaling van USD 1920 toch verricht, maar heb het kentekennummer onthouden van die auto.” P.R. moest zich wederom naar het ministerie begeven om het vuistvuurwapen in ontvangst te nemen. In de tussentijd was er geen enkel spoor van de security guards. “Toen ik weer op het terrein van Juspol was, zag ik iemand naar buiten lopen. De persoon kwam naar me toe om te vragen wat ik daar doe. Toen ik zei dat ik ‘inspecteur Naarden’ nodig heb, begon hij in mijn gezicht te lachen. Hij vertelde me dat ik opgelicht ben.” Volgens die persoon, die waarschijnlijk een security guard was, waren er meerdere gevallen van deze oplichting. P.R. kan zich niet indenken dat oplichtingskwesties ongestoord op een terrein van een ministerie kunnen gebeuren. Hij vermoedt dat de dader eventueel de security guards zijn. “Als ik te horen krijg dat zoiets vaker is gebeurd, op dezelfde locatie en tijdstip, dan is het niet vreemd om aan de beveiligingsmannen te betwijfelen. Ze hebben namelijk gewacht totdat ik benadeeld was.”
Geen actieve rol politiefunctionarissen
P.R. heeft op dezelfde dag meteen aangifte gedaan van deze oplichting. Na op het politiebureau aan de Keizerstraat aangekomen te zijn, bleek dat er meerdere aangiftes aldaar lagen over oplichtingen door ‘inspecteur Naarden’. “Toen ik de agenten vertelde over mijn verhaal begonnen zij ook te lachen. Ik voelde me rot dat ik steeds uitgelachen werd. Ik was de derde benadeelde; op 24 september 2017 en 4 oktober 2017 was zoiets ook gebeurd en op 12 oktober 2017 was ik aan de beurt.” P.R. vindt het verbazingwekkend dat de politieagenten op de hoogte zijn over dergelijke oplichtingen en dat zij desondanks geen maatregelen treffen.
KSR
