Gracella Adhin-Mahabier, de echtgenote van vicepresident (waarnemend president) Ashwin Adhin, krijgt geen maandelijkse vergoeding als zogenaamde ‘second lady’ zoals dat het geval is bij ‘first lady’ Ingrid Bouterse-Waldring. In het buitenland, zoals in Verenigde Staten, wordt de vrouw van de vicepresident ook wel second lady genoemd. “Er is geen second lady in Suriname”, zegt bestuurskundige Eugene van der San, directeur Bestuurs- en Administratieve Aangelegenheden op het Kabinet van de President, aan Dagblad Suriname. Hoewel de positie van de echtgenote van de vicepresident nergens geregeld is, vergezeld of flankeert zij de vp wel vaker bij ceremoniële activiteiten. Van der San voert aan dat de positie van de first lady vanaf 2010 middels een bestuursbesluit is geïnstitutionaliseerd. In dit besluit komt de naam, positie en vergoeding van de echtgenote van de vicepresident nergens voor. Bouterse-Waldring ontvangt vanaf 2010 een maandelijkse vergoeding van SRD 8.742. Eerder kregen echtgenotes van presidenten in Suriname geen salaris. Adhin-Mahabier is werkzaam bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en wordt vergoed op basis van de geldende regelingen van de moederbank.
Liesbeth Venetiaan-Vanenburg accepteerde salaris first lady niet
De Surinaamse presidentsvrouw heeft op basis van een presidentieel besluit sinds 2010 een formele functie in Suriname. Van der San voert aan dat deze positie al lang geregeld had moeten zijn. Vandaar dat in eerste instantie besloten was om het bestuursbesluit terug te laten werken naar 2005 toen Liesbeth Venetiaan-Vanenburg onder de vleugel van het Kabinet van de President ook alle werkzaamheden deed als first lady. “Maar mevrouw Venetiaan was ambtenaar en vanuit die positie werd zij toen als first lady bezoldigd. Dat was onjuist, omdat je als ambtenaar een bezoldiging hebt voor de functie die jij vervult. Toen we het instituut van de first lady hebben geïnstitutionaliseerd, hebben wij besloten om alles met terugwerkende kracht naar 2005, de periode van president Ronald Venetiaan, te dekken”. Met terugwerkende kracht zou Venetiaan-Vanenburg aanspraak maken op een bedrag van ruim een half miljoen SRD. Volgens de kabinetsdirecteur werd dit besluit echter door velen gezien als een ‘politieke set’, waarbij ex-president Venetiaan zelf de opmerking maakte dat zijn echtgenote dat geld niet moest accepteren. “Uiteindelijk hebben wij besloten om het te corrigeren en terug te brengen naar 2010”, aldus Van der San.
Term ‘first lady’ tijdens regering Wijdenbosch ontstaan
Uit eigen onderzoek van de krant blijkt dat de naam ‘First Lady’ tijdens de regering-Wijdenbosch, periode 1996-2000, is ontstaan. Bij aantreden van regering-Venetiaan in 2000 is hij met dat instituut van First Lady voortgegaan. In die situatie heeft president Ronald Venetiaan zijn echtgenote naar het kabinet overgeplaatst. Liesbeth Venetiaan-Vanenburg was als ambtenaar verbonden aan het Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB). Op het kabinet van de president werd mevrouw Venetiaan belast met de taken van de first lady. Deze taken waren nergens formeel vastgelegd en ook begrotingstechnisch nergens geregeld.
FR
