De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in 2003 bij haar lidstaten aangedrongen, om nationaal beleid en regelgeving, op het gebied van traditionele, complementaire of alternatieve medicijnen te ondersteunen. Bij toepassing van traditionele medische systemen, wordt de aandacht veelal gericht op het lichaam, zodat het in staat is op eigen kracht, de strijd met bepaalde aandoeningen aan te gaan en die te overwinnen. Vanwege het succes en de bekendheid van India op dit gebied zijn er reeds in 2014 aftastende gesprekken gevoerd. Deze zijn in januari 2017 voortgezet door vicepresident Ashwin Adhin en Narendra Modi, premier van India. In april 2017 zijn de afspraken wederom benadrukt door de minister van Staat van Buitenlandse Zaken van India en de minister van Buitenlandse Zaken van Suriname.
Minister Patrick Pengel van Volksgezondheid gaf in juli van dit jaar tijdens een informatiebijeenkomst aan dat traditionele geneeswijzen wel zijn opgenomen in het beleid van het ministerie, maar dat er nog geen wettelijke regels en implementatieplannen bestaan. Minister Pengel benadrukte evenwel dat bij de ontwikkeling van deze medische industrie terdege rekening gehouden zal moeten worden met bescherming van onze eigen traditionele kennis op dit gebied en het aspect van intellectueel eigendom. Ook zal door deze nieuwe industrie, de sociaal-economische ontwikkeling van Suriname een belangrijke boost krijgen. Voor de uitvoering van dit samenwerkingsprogramma, is door de regering van Suriname een coördinatiegroep ingesteld, bestaande uit functionarissen van de ministeries van Volksgezondheid, Buitenlandse Zaken en het Kabinet van de Vicepresident.
Nationaal Informatie Instituut (NII)