‘De onlangs geopende Chinese tak van Markt Zuid loopt, te oordelen aan de hand van de leegstand, scheef. Ingewijden hebben desgevraagd aangegeven dat het de Chinezen zijn die de stekker uit het stopcontact hebben gehaald en als zij dat niet hebben gedaan, hebben zij op zijn minst bedenkingen. Ik geloof niet dat er sprake is van onenigheid. Het niet vlotten van de Chinese Markt heeft te maken met zakelijke overweging’, aldus een belanghebbende observator.
Vanuit zakelijk standpunt bekeken
De koopkracht holt achteruit. De markt heeft niet veel aanloop. Met honderd en meer Chinese standhouders erbij is het aantal verkopers gemakkelijk groter dan de marktbezoekers. ‘Waar moeten al die nieuwe standhouders na marktijd hun producten bewaren? Is er voldoende opslagplaats, magazijnruimte, koel- en vriesruimte?’ vraagt een ondernemer zich af. ‘Het is geen doen om dagelijks de bagage naar en van de markt te sjouwen. Het heen en weer transporteren is tijdrovend en kost geld. Het oogmerk van handeldrijven is winst maken. Er is zoals de omstandigheden er nu voorstaan geen geld te verdienen. En er zijn meer haken en ogen aan de Chinese tak van Markt Zuid.’
Piki-piki-pre
Tijdens het speuren op de markt werd gewezen op de cultuur van de marktverkopers. Het marktwezen is een historische cultureel gegroeide bezigheid. Voor de individuen die er een brood verdienen, is het handeltje niet veel meer dan overleven. De Chinezen die nu op de markt worden ondergebracht, hebben een heel andere cultuur en handelsconceptie. Ze zijn verenigd. Het gaat er bij hun niet om te overleven. Er moet geld verdiend worden, voldoende om te kunnen groeien en bloeien en geld, valuta, over te maken naar het thuisland. Het is voor hun geen piki-piki-pre. Er wordt groot gedacht.
De overheid faciliteert
Er worden door het districtsbestuur en het marktwezen pogingen gedaan om verbetering te bewerkstelligen. Gebleken is dat het opknappen van de markt alleen niet voldoende is om de markten te doen opleven. Er zijn veel meer aspecten waarmee rekening gehouden dient te worden. De overheid faciliteert, maar het is de bevolking van de markt die met ondernemerschap, creativiteit, frisse ideeën, aantrekkelijke inrichting van de stands, activiteiten, marketing en promotie vooruitgang moet brengen. De marktbevolking moet gezamenlijk en verenigd de hand aan de ploeg slaan. De hossel onder de markt moet meer echte handelsallure krijgen die de moderne consument aanspreekt.
Evenwicht verstoord
‘De marktleiding door dadendrang gedreven, is wat betreft de Chinese tak overhaast te werk gegaan. De helft van de markt toewijzen aan Chinese standhouders dreigt het evenwicht te verstoren. Er is voorbij gegaan aan de cultuur, de belangen en gevoelens van de Surinaamse marktverkopers. Een Chinese markt, een Haïtiaanse markt, er wordt al gesproken van een Braziliaanse markt. Het doet me denken aan hokjespolitiek. De integratie van vreemdelingen in Suriname komt eerder op gang door ze te vermengen in de samenleving en ze niet op te delen in verschillende hokjes’, aldus ‘Opa’, zoals hij door de marktverkopers wordt genoemd.
Chinese dominantie
‘De handel in Suriname is een door Chinezen gedomineerde sector. Met de positie die hun is aangeboden op Markt Zuid, zijn zij niet te onderschatten concurrenten van de oude marktkern. Uit het algemeen gevoelen van de samenleving blijkt een groeiende weerstand tegen de toenemende dominante van Chinezen. De Chinezen lobbyen in regeringskringen, met de zegen en ondersteuning van de ambassade van de Volksrepubliek China. Zij worden tegemoetkomend behandeld, alle deuren gaan voor hun open. ‘Zaken waarvoor Surinamers zich in allerlei bochten moeten wringen en lang duren voordat zij afgerond zijn, worden in het Chinees geval binnen een handomdraai verwezenlijkt’, wordt vaker gehoord.
HD