Onlangs zijn er tal van plannen voor kwaliteitsverbetering binnen het onderwijs gepresenteerd door minister Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Het is merkwaardig dat de plannen niet alleen bij woorden zijn gebleven; op 9 oktober is er reeds een staatsbesluit (SB 2017 no. 19) bekrachtigd ten aanzien van de fictieve overurenkwestie op het Hoger Algemeen Vormend Onderwijs (Havo), Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs (VWO), Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs (Imeao), Pedologisch Instituut, Schoolmediatheek Medewerker voor het Basis Onderwijs en het Schakelinstituut Middelbare School.
Tegenover Dagblad Suriname beweert de voorzitter van de Bond van Leraren (BvL) en Alliantie van Leerkrachten in Suriname (ALS), Wilgo Valies, dat het concept van dit staatsbesluit aan hem was voorgehouden. De Staatsraad was eveneens op de hoogte gesteld over de misnoegen van deze vakbonden ten aanzien van de inhoud van dit concept. “Via de vertegenwoordiger van de vakbeweging binnen de Staatsraad, Robby Berenstein, hebben wij aangegeven dat men beslissingen neemt zonder overleg met de vakbonden in kwestie. We hebben onze volledige reactie dus doorgegeven aan de Staatsraad op 6 oktober 2017 over de punten die voor ons onacceptabel zijn.” De details over deze ‘punten’ wenste Valies niet prijs te geven. “Nu weten we niet of onze kanttekeningen ook zijn meegenomen in het goedgekeurd staatsbesluit; dit hebben we nog niet ontvangen.” Indien blijkt dat de inhoud van het staatsbesluit niet aangepast is naar de feedback van de BvL/ALS, zullen er juridische stappen ondernomen worden door deze onderwijsbonden. “Al is het een staatsbesluit, wanneer de inhoud ervan wetten en conventies overtreedt, moet het teruggedraaid worden”, voegt de vakbondsleider aan toe.
KSR