President Desi Bouterse zal vandaag de jaarrede niet uitspreken. Het staatshoofd heeft vanwege persoonlijke redenen zijn bevoegdheden ingaande vandaag conform artikel 98 van de grondwet tijdelijk neergelegd. De functie van waarnemend president zal worden ingevuld door vicepresident Ashwin Adhin. De stap van het staatshoofd moet volgens staatsrechtdeskundige Sam Polanen gezien worden als een noodmaatregel, omdat deze nergens in de grondwet is geregeld. Dit betekent volgens hem dat Adhin voor onbepaalde tijd mag waarnemen. “Het kan onbeperkt zijn, maar het is niet wenselijk. Wij hebben niet voor niemendal een president gekozen. Het zijn noodmaatregelen. Dat betekent dat als de noodsituatie voorbij is, de normale situatie zich weer herstelt”, zegt de staatsrechtgeleerde aan Dagblad Suriname.
Polanen voert aan dat de vicepresident als waarnemend president alle bevoegdheden van president Desi Bouterse mag uitoefenen. Dit is waarom het geen problemen moet opleveren wanneer Adhin vandaag de jaarrede houdt en de begrotingen over 2018 indient. Afgelopen dagen was de president afwezig bij diverse evenementen. Het is niet de eerste keer dat Bouterse zijn functie neerlegt. Dat deed hij ook kort na zijn aantreden in zijn termijn in augustus 2010. Aanvankelijk zou de toenmalige vicepresident van 26 augustus tot 2 september 2010 de functies van het staatshoofd waarnemen. Echter duurde de waarneming veel langer dan initieel verwacht.
Parlement kan president ook niet vroegtijdig naar huis sturen
Polanen benadrukt dat in deze het parlement ook weinig kan doen zolang Bouterse zijn functie als president zo goed als mogelijk en binnen de regels van de grondwet uitoefent. “Het parlement heeft de president voor vijf jaren gekozen en hij is in functie. Het parlement kan verder niks meer daaraan doen”, stelt hij. De staatsrechtgeleerde heeft eerder bij diverse gelegenheden aangehaald dat nergens in de grondwet geregeld is dat de president eerder naar huis kan worden gestuurd. Polanen, die voorzitter is geweest van de presidentiële Staatscommissie Grondwetsherziening 2011, benadrukt dat hij in tegenstelling tot anderen van mening is dat zelfs het parlement als hoogste staatsorgaan niet de macht beschikt om de regering van het staatshoofd naar huis te sturen. Dat zou volgens hem pas kunnen wanneer de president zelf zijn portefeuille inlevert.
FR