Voor het vertrek van Suralco werden drie redenen aangegeven, namelijk: onvoldoende bauxiet beschikbaar in de huidige mijnen, hoge kosten voor energie en terugvallende aluinaardeprijzen op de internationale markt. Een oorzaak voor de eerste reden wordt door critici gezocht in de wijze waarop Suralco zelf aan de slag is geweest. Er wordt verwezen naar het uitstellen van besluiten aan de zijde van Alcoa en het dirigeren van investeringen van Suriname naar Brazilië. Het resultaat was dat telkens een verwerkingsunit – een digester – werd uitgeschakeld om zo lang mogelijk te kunnen overleven met de op dat moment bestaande voorraad bauxiet. Echter schoten daardoor de kostprijzen omhoog en kon de raffinaderij niet meer concurreren. Ook oplossingsmodellen volgens de Alcoa-standaarden kwamen duurder uit dan andere waarschijnlijke modellen (niet per se conform standaarden). Eén daarvan was om bauxiet gewoon over de weg te transporteren (Suriname brug).
Suralco nalatig
Verder wordt gesteld dat Suralco niet tijdig heeft ingespeeld op zaken en geen bauxietreserves heeft aangelegd voor de continuïteit. Voor critici is dit juist een probleem van Suralco zelf, waar Suriname niet voor moet boeten. In de joint venture constructie tussen Suralco en BHP Billiton, was BHP Billiton het mijnbedrijf. Bij het vertrek van BHP Billiton in 2008 heeft Suralco de mijnactiviteiten opgepakt. Suriname heeft toen niet gekeken of Suralco, die geen mijnervaring meer had, de activiteiten op een verantwoorde manier zou kunnen voortzetten. Het Bauxiet Instituut, dat het toezicht heeft op de bauxietindustrie, heeft misschien niet tijdig ingegrepen teneinde dit aan de verantwoordelijke regeringsautoriteiten te rapporteren. Mocht het Bauxiet Instituut de rapportage wel hebben doorgegeven, dan hebben mogelijk de verantwoordelijke regeringsautoriteiten niet voldoende ingespeeld op deze kwestie met betrekking tot het veiligstellen van bauxiet tot en met 2020.
Energie
De kosten voor energie konden ook anders worden aangepakt. Staatsolie heeft altijd het volle pond voor haar olie gevraagd. Overal in de wereld wordt de aluinaardesector zwaar gesubsidieerd, vaak op energie (gas, olie, transportbrandstof). “Waarom is er nooit gesproken over een korting op de barrelprijs? Het ene moment uitroepen dat je een billion dollar company bent, en 4 jaren later is je grootste afnemer (meer dan 90%) failliet”, stelt een criticus tegenover de krant. Verder kan ook verwezen worden naar de outlook van aluinaarde in verband met de toename van energie-efficiëntie in de transport- en bouwsector, de opkomst van de middenklasse in India en China, etc.
Presidentiële commissie
Met de beëindiging van de activiteiten van Suralco zou de bauxietindustrie na circa 100 jaar ophouden te bestaan in Suriname. Teneinde de bauxietsector te behouden, besloot president Desi Bouterse op 03 juni 2014 een presidentiële commissie in te stellen met als taak inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden om te activiteiten in de bauxietsector te continueren en binnen de kortst mogelijke tijd met Alcoa overeenstemming te bereiken over de wijze waarop de ontwikkeling in de sector voortgang zou kunnen vinden. De doelstelling vindt bij critici echter ook niet veel bijval. Men heeft beleidsmakers liever de aluinaardesector zien beschermen dan per se de bauxietindustrie; 1 cent bauxiet levert ongeveer 10 cent aluinaarde op. De presidentiële commissie die werd benoemd, bestond uit Dilip Sardjoe (voorzitter), Mark Waaldijk (lid) en Gillmore Hoefdraad (lid). Ook hier is er indertijd veel kritiek op geleverd, gezien geen van de leden van de commissie een trackrecord heeft in de bauxietsector.
Mogelijkheden
Er is een aantal mogelijkheden bekeken door de commissie. Dit blijkt ook uit hun adviesdocument, waar Dagblad Suriname de hand op heeft kunnen leggen. De verdere ontwikkeling van het Nassau-gebied is niet economisch haalbaar en besloten werd als alternatief de import van bauxiet uit te werken. Import van bauxiet en verwerking in de bestaande raffinaderij van Suralco werd als optie bekeken. Informatie werd verkregen van Guyana, Jamaica, Brazilië en Nieuw Guinee. Na de assessments werd de conclusie getrokken dat import van bauxiet ook geen economisch haalbaar alternatief zou zijn. Om het probleem betreffende de hoge energiekosten op te lossen, werd gekeken naar goedkopere alternatieven om de raffinaderij van stroom te voorzien. Een energie oplossing werd uitgewerkt, gekoppeld aan de ontwikkeling van de Bakhuis bauxietmijn. Bij dit alternatief zou de Staat de Paranam raffinaderij kunnen overnemen en binnen 5 jaar weer kunnen opstarten met een nieuwe powerplant, zodat wij competitief konden zijn op de aluinaarde wereldmarkt. Dit, gekoppeld met het goedkopere erts uit Bakhuis, stelt de raffinaderij in staat tegen een productieprijs van tussen de 140-180 USD per metrieke ton aluinaarde te opereren en wel voor de komende 100 jaar. Deze mogelijkheid is vandaag de dag ook nog aanwezig. Het bauxiet zou dus gemijnd kunnen worden uit West-Suriname. Voor de energie oplossing zou in plaats van het gebruik van gas of olie, een met kolen gestookte plant worden opgezet. De investering voor deze met kolen gestookte power plant zou circa USD 180 miljoen zijn. Vanwege de teruggevallen prijzen voor aluinaarde in de tweede helft van 2015 op de wereldmarkt, bleek ook de investering van een met kolen gestookte stoomplant economisch niet haalbaar te zijn. Het is goedkoper de aluinaarde op de wereldmarkt op te kopen dan zelf te produceren onder de huidige omstandigheden. Om de aluinaarde-industrie te behouden, zou een investering van circa USD 330 miljoen mee gemoeid zijn. Daarboven nog een investering van USD 90 miljoen om de raffinaderij tot ‘Tier 2’ te maken en USD 50 miljoen voor de studie voor de upgrading van de raffinaderij (een gemakkelijke escape route voor Alcoa). Vanwege de lage aluinaardeprijs op de internationale markt zag de prognose voor winst er niet goed uit. Suralco wist dat ze zou vertrekken en heeft niet geïnvesteerd in de raffinaderij, noch in een bauxietmijn.
Ontmanteling Paranam raffinaderij
Er wordt nu gesproken over ontmanteling van de Paranam raffinaderij, gebaseerd op kosten en baten. Alcoa wil een tier-2 raffinaderij, maar kosten-baten vallen nog steeds in het voordeel van de refinery operations. Gelet op de sociaaleconomische voordelen zou de raffinaderij uit strategische overwegingen volgens critici zo snel als mogelijk operationeel moeten zijn. Alcoa geeft nu aan eerst de raffinaderij te zullen slopen en (4 jaren lang) een studie te doen op Bakhuys. Pas als de uitslag positief is, zal de overheid daarmee investeerders aantrekken, waarbij de Alcoa kan kiezen om te participeren. Suriname maakt hiermee de West-Suriname voorkomens (worldclass surface bauxite) voorlopig ontoegankelijk voor derden. Ook maakt het land hiermee de toekomst van de aluinaarde industrie een flink stuk onzekerder. Dit, zeker in acht nemende dat Alcoa reeds eerder met de feasibility studie had kunnen opstarten om het huidige ongerief te voorkomen. Voor critici van Dagblad Suriname heeft Alcoa, na de onderhandelingen met de presidentiële commissie, een vrij gemakkelijke escape voor zichzelf kunnen bewerkstelligen.
Kavish Ganesh