Samir Gobind: “Anticorruptiewet is geen oplossing”

Samir Gobind, jeugdparlementariër van het district Wanica tevens ondervoorzitter van de commissie Media & Voorlichting, vindt het absurd dat de leden van het hoogste college van Staat aandacht schenken aan zaken die in principe niet aan te merken zijn als een grote noodzaak. Het betreft hier de anti-corruptiewet. In gesprek met Dagblad Suriname beklemtoont Gobind dat corruptie inderdaad een nijpende kwestie is welke veelvuldig voorkomt, echter vindt hij dat er andere wegen bewandeld moeten worden om corruptie te kunnen bestrijden. “Een wet alleen draagt tegenwoordig niet bij aan het gewenste resultaat. Bij de indiensttreding legt elke functionaris een eed af, waarbij men belooft dat ze onder andere van niemand geschenken zullen aannemen omdat zulks in strijd is met de grondwet. Dit geldt ook voor de leden van De Nationale Assemblee (DNA) op grond van artikel 65 van de grondwet. Als men zo een eed aflegt, is een anti-corruptiewet niet meer nodig”.
Politiek is bron van corruptie
De jeugdvertegenwoordiger merkt op dat binnen de politieke wereld corruptie overheerst. “Ondanks de torenhoge salarissen van de hoogwaardigheidsbekleders, maakt men zich schuldig aan omkoperij”. Volgens Gobind zouden dergelijke gevallen niet met een vage wet aangepakt moeten worden, maar met concrete sancties. Het alsmaar verhogen van de kosten van levensonderhoud draagt bijvoorbeeld ook niet bij aan het ‘volproppen’ van de staatskas. “Dus dat wekt ook de indruk dat er corruptie in het spel is”. Echter is de vraag wie dat controleert en sanctioneert. “Hieraan moet het parlement werken. Ze hebben toch controlerende taken?”
Naleving van rechtsgeldige wetsartikelen
Daarnaast zijn er tal van rechtsgeldige wetsartikel die zouden moeten bijdragen aan de hervorming van de samenleving. “Artikel 382 van de Wetboek van Strafrecht verbiedt verduistering binnen de dienstbetrekking met een gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaar, terwijl artikel 390 lid a van dezelfde wetboek omkoping verbiedt. Ook ambtsmisdrijven komen aan de orde; artikel 421 straft een minister die een misdrijf heeft gepleegd. Zo zegt artikel 426 dat er geen giften, belofte of dienst aangenomen mag worden door een ambtenaar die omkoping als motief heeft. Dit levert een celstraf van 4 jaren op”. Gobind benadrukt dat dit slechts enkele juridische voorbeelden zijn waarmee men corruptie de kop in kan drukken, waardoor een anti-corruptiewet uit den boze is. “Maar maakt men wel goed gebruik van de bestaande regelingen?”
Geen onderscheid in functie hanteren
In 2007 deden geruchten de ronde dat de gewezen minister van Sociale Zaken en Huisvesting (Sozavo), Alice Amafo, het belastinggeld had aangewend voor de viering van haar 30ste verjaardag. “Dit is ook een vorm van corruptie, maar zij is niet veroordeeld; zij is slechts met een onslag er van af gekomen”. Gebrek aan leiderschap zorgt dus eveneens voor de handhaving van wanorde. Bij het maken van nieuwe wetten, vindt de jeugdvertegenwoordiger, dat er eerst een kijkje genomen moet worden naar de bestaande wetgeving. “Nieuwe wetten kunnen namelijk tegenstrijdig zijn met de bestaande wetten”. Hij vindt het overigens van eminent belang om elke Surinaamse burger daarbij gelijk te behandelen. “Als een simpele burger steelt, wordt zo een persoon meteen gearresteerd, maar als functionarissen in Suriname stelen, is er ineens geen vuiltje aan de lucht”.
‘Politiek’ binnen NJP
Binnen het Nationaal Jeugdparlement (NJP) komt corruptie zo te zien ook om de hoek kijken. Het lid Vince Dalen heeft dit duidelijk naar voren gebracht tijdens een openbare vergadering van het NJP. Hij maakte daarbij de volgende opmerking: “Kunnen we geen trainingen krijgen van politieagenten over hoe we moeten omgaan met omkopingen? Ik praat namelijk uit eigen ervaring”. Deze statement spreekt boekdelen en benadrukt de noodzaak voor strenge controle en sancties ongeacht welke persoon of welk instituut het betreft.
KSR

error: Kopiëren mag niet!