Een knippa-verkoper actief op de hoek van de Willem Campagnestraat en Zwartenhovenbrugstraat. De vraag is welke instantie zich ontfermt over de rechten van deze kinderen (DBSfoto: Ricky Bahadoersingh)Heel vermoeid kwam zij aangerend met in haar hand een bosje knippa’s. Het verkeerslicht stond op rood. Op dat moment was het precies 12.10 uur en het was snikheet op de kruising van de Mr. Jagernath Lachmonstraat en de Coesewijnestaat. Haar gezicht was nat van het zweet. Terwijl het mollige meisje, met een geschatte leeftijd van 7 jaar, allerlei pogingen waagde om haar bosje knippa te kunnen verkopen, viel haar blik op een openstaande portiebak in de auto. “Mag ik dat eten hebben”, vroeg ze, terwijl zij met haar vinger wees naar de portiebak met Chinees eten. Hoewel de dochter van 5 jaar van de bestuurder op dat zelfde moment bezig was te eten, aarzelde de vader die achter het stuur was geen moment om de portie te geven aan het kind. Terwijl hij zijn eigen dochter, die ietwat beteuterd stond te kijken, suste met de woorden: ‘papa gaat zo meteen een andere nasi voor je kopen’, nam de jonge knippaverkoopster midden op de straat snel een paar hapjes uit de portiebak. “Dat meisje werkt hard in de zon en ze heeft honger”, legde de vader zijn dochter uit. Intussen was het verkeerslicht op groen en werd de reis voortgezet.
Dit verhaal dat zich op zaterdag 29 juli heeft afgespeeld, is ook de Abop-parlementariër Edward Belfort overkomen. Dat heeft hij op vrijdag 28 juli verteld in De Nationale Assemblee (DNA). “Ik stopte op een hoek bij een stoplicht en er kwamen enkele jonge knippa-verkopers. Ze zeiden: ‘meneer Belfort, koopt u noh’. ‘Unu no njang fa dey ete’”, citeerde Belfort de knippa-verkoper. ‘Die jongen zei dat ze niet meer naar school gaan, omdat zijn moeder het niet meer kan betalen. We dede ini na situatie disi’, zei Belfort. De Abop-parlementariër gaf hiermee een sneer aan NDP-parlementariër Andre Misiekaba, die eerder in het parlement zei dat er weinig mensen zijn die niet kunnen eten. Volgens Belfort zijn er wel degelijk veel mensen die honger lijden. “Het verwondert me wat Misiekaba zei. Juist veel mensen kunnen niet eten. Vooral de knippa-verkopers, anders zouden ze dat niet doen.’ Belfort heeft ook ervaren dat groepen kinderen voor winkels in Para bedelen. Asha Gajadien-Bhagwat
