“Regelingen Imeao behoeven aanpassing”

De studenten van het Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs (Imeao 2) hebben al geruime tijd te kampen met issues betreffende het nieuwe curriculum. Ten einde raad hebben enkele studenten zich gewend tot Samir Gobind, jeugdparlementariër van het district Wanica. Gobind vertelt in gesprek met Dagblad Suriname dat de knelpunten van deze studenten voornamelijk zijn ontstaan door de intrede van de nieuwe structuur in 2012.
Knelpunten
De studenten waren vanaf 2012 tot en met 2014 gewend om na de reguliere toetsperiode 2 herkansingen te maken, waarbij het minimumcijfer gesteld was op 6. Na 2014 werden de studenten abrupt geconfronteerd met slechts 1 herkansing. “Dit is dus tot heden het geval geweest, echter is het minimumcijfer vanaf 2016 teruggebracht naar 5.5 in plaats van 6.” De onderwijsstaking van de Bond van Leraren (BvL) en de Alliantie van Leerkrachten in Suriname (ALS) heeft eveneens invloed gehad op de leerprestaties van de studenten. “Zij geven aan dat een leraar de behandeling van de oefenwerkjes voor een toets had verlaten om mee te doen aan de staking.” Voorts sluiten de stageplekken, die overigens geregeld worden door het stagebureau van de school, niet altijd aan op het vakkenpakket van de studenten. “Zo moest een student van de studierichting Accountancy/Economie stage lopen op personeelszaken.” Gobind merkt op dat de studenten vaak moeten werken om de kosten van onder andere hun opleiding te kunnen dragen. “Zo zeggen ze dat de economische situatie het niet toelaat om slechts op de studie te focussen. Daarom zouden zij die tweede herkansing terug willen hebben.” Daarnaast zien de studenten graag dat er ook evaluaties plaatsvinden door de leraren, zodat de minpunten binnen het onderwijs (curriculum) verbeterd kunnen worden. “De studenten zijn zich wel ervan bewust dat het één en ander ook aan hen ligt, maar dat zij het hele schooljaar opnieuw moeten doorlopen om slechts 1 vak, vinden zij onacceptabel.” Aan hen werd voorgehouden dat de nieuwe structuur als voordeel had dat zij niet meer het schakeljaar op de Anton De Kom Universiteit van Suriname (Adekus) hoefden te doorlopen. “Maar in de praktijk ervaren de studenten dat dit toch niet het geval is. Zij willen het liefst dat de leraren net als op de overige scholen de leerstof simpelweg eerst behandelen, want door de nieuwe structuur vinden zij dat ze veel aan zelfstudie moeten doen.”
Alternatief tentamen met criteria invoeren
Gobind is van mening dat het Imeao, welke overigens tot het beroepsonderwijs behoort, een beoordelingssysteem hanteert dat vergelijkbaar is met die van de Adekus. De jeugdparlementariër, die zelf ook laatstejaarsstudent is van de universiteit, vindt dat de regelingen op het Imeao enigszins wel een aanpassing behoeven. “Het is inderdaad niet prettig om voor 1 vak het geheel schooljaar opnieuw te doorlopen. Daarom stel ik voor dat er naast de reguliere toets, 1 herkansing en het minimumcijfer van 5.5 ook een andere optie wordt aangeboden, namelijk het alternatief tentamen net als op de Adekus.” Volgens Gobind kan men voor het alternatief tentamen een criterium hanteren van bijvoorbeeld maximaal 2 openstaande vakken voor een examenkandidaat met daaraan gekoppeld een boete van SRD 100 voor elk alternatief tentamen. Nadat een student het alternatief tentamen ook niet heeft behaald, is er geen keus meer dan te doubleren. Gobind vindt het belangrijk dat de stage in overeenstemming met het vakkenpakket plaatsvindt. “Als de studenten stage lopen en hun werkzaamheden niet gerelateerd zijn aan hun studierichting, wat voor effect zal dit hebben op zo een student? Hoe gaan de studenten dan ervaring opdoen?” Onderwijs is een belangrijk element in de ontwikkeling van de mens en juist daarom is het noodzakelijk dat de leraren samen met de studenten periodiek evaluaties houden.
KSR

error: Kopiëren mag niet!