Ontnuchtering van verdachten vindt geen steun in het positieve recht

Afgestudeerde Sarwan Kasi samen met zijn begeleider Guno Castelen en examinator Chandra Algoe
Afgestudeerde Sarwan Kasi samen met zijn begeleider Guno Castelen en examinator Chandra Algoe
Schending van het legaliteitsbeginsel
Uit een ingesteld onderzoek door Sarwankoemar Kasi is gebleken dat verdachten die tijdens de aanhouding onder invloed van alcohol verkeren, bij de aankomst op de plaats van verhoor ter ontnuchtering worden opgehouden. Nadat de verdachte ontnuchterd is, wordt hij aangehouden en dan voorgeleid. Echter is dit in strijd met het positieve recht. In artikel 53 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering staat vermeld dat: “in geen geval zal de verdachte langer dan 6 uren worden opgehouden voor verhoor, met dien verstande dat de tijd tussen 10.00 uur des namiddags en 7.00 uur des voormiddags niet wordt mede gerekend”. Kasi is afgelopen vrijdag op dit onderwerp afgestudeerd als Bachelor in Business and Law.
Het is hierbij dan van belang om te weten vanaf wanneer de duur van de 6 uren ingaan. De Hoge Raad heeft zich hieromtrent gebogen en heeft antwoord gegeven om dit vraagstuk. De duur van de 6 uren vangt aan op het moment dat de verdachte op de plaats van verhoor is aangekomen. Verder heeft de wetgever met de woorden “in geen geval” alle uitzonderingen op de hoofdregel uitgesloten. Een verdachte, die onder invloed van alcohol verkeert, heeft dezelfde rechten als een nuchtere verdachte. In beide gevallen dienen de verdachten gelijkelijk te worden behandeld. Het is gebleken dat in de praktijk de verdachte, die onder invloed van alcohol verkeert, aan een ontnuchtering wordt onderworpen. Hierdoor wordt hij zonder wettelijke grondslag in zijn vrijheid beperkt. In het Surinaamse Wetboek van Strafvordering is door de wetgever nergens bepaald dat de verdachte, die onder invloed verkeert, ontnuchterd moet worden. In de praktijk wordt het wel gedaan, hetgeen indruist tegen de wetgeving.
In de preambule van het VN Handvest en het Bupo-verdrag is vermeld dat elk lidland de fundamentele rechten van de staatsburgers moet respecteren. In elk geval moet de overheidshandeling, die indruist tegen de fundamentele rechten van de mens bij wet in formele zin, zijn vastgelegd. Aangezien het ontnuchteringsproces niet in het Wetboek van Strafvordering is genoemd, is er sprake van schending van de fundamentele rechten van de staatsburgers als zij onderworpen worden aan het ontnuchteringsproces. Artikel 1 van het Surinaamse Wetboek van Strafvordering is de grondslag van het legaliteitsbeginsel. Dit artikel luidt als volgt: “Strafvordering heeft alleen plaats bij wet voorzien”. Dit betekent dat alle vervolgingshandelingen van de overheid haar grondslag moet vinden in het Surinaamse Wetboek van Strafvordering. Het ontnuchteringsproces vindt zijn grondslag hierin niet. Met het legaliteitsbeginsel heeft de wetgever willekeur van de overheid tegen de burger willen voorkomen. Het doel van legaliteitsbeginsel is om de democratie in een staat te bevorderen en moet de rechtstaat tot uitdrukking brengen. Dit betekent dat de overheid zichzelf bindt om het strafproces bij wet in formele zin te regelen en dat inbreuken van de grondrechten hun basis moeten vinden in een wet in formele zin. Als de verdachte ter ontnuchtering wordt opgehouden wordt hij in zijn belangen geschaad, aangezien het ontnuchteringsproces geen grondslag heeft. Hij wordt langer in zijn vrijheid beperkt, hetgeen inhoudt dat er inbreuk wordt gemaakt op zijn grondrechten zonder dat er een grondslag is. Uit onderzoek is gebleken dat ophouden ter ontnuchtering 12 tot 18 uren kan duren. Zulks is in strijd met de wetgeving. Dit artikel zorgt voor de waarborgen van de rechtszekerheid en het voorkomen van willekeur vanuit de zijde van de overheid. De verhouding tussen de overheid en de burgers wordt bepaald door “the rule of law”. In het Muilkorfarrest heeft de Hoger Raad vastgesteld dat de vervolgingsprocedure bij wet in formele zin moet zijn vastgelegd.
Het ontnuchteringsproces heeft geen grondslag en dus zijn de opsporingsfunctionarissen niet bevoegd om de verdachte ter ontnuchtering op te houden. Op het moment dat er gebruik wordt gemaakt van een bevoegdheid dat middels attributie niet is verleend of er gebruik wordt gemaakt van een bevoegdheid voor een andere doel dan waarvoor het gegeven is, is er sprake van misbruik van bevoegdheden oftewel détournement de pouvoir.
In de praktijk menen bepaalde functionarissen dat zij aan artikel 11 van het Politie Handvest de bevoegdheid ontlenen om een verdachte ter ontnuchtering op te houden. Dit artikel geeft in lid 1a aan dat de politie bevoegd is tot het verwijderen van personen van de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen, indien zij aldaar een gevaar voor hun eigen veiligheid of die van anderen opleveren, dan wel de openbare orde verstoren. In lid 1b geeft het artikel aan dat de politie de nodige maatregel moet nemen ten aanzien van dieren, stoffen en andere voorwerpen, welke een gevaar voor de openbare veiligheid of voor het verkeer opleveren. In dit artikel geeft geen enkele zinsnede een vervolgingsproces aan en nog minder de bevoegdheid om een verdachte ter ontnuchtering op te houden. Bij dit artikel gaat het duidelijk om de openbare orde en geen rechtsorde. Op het moment dat er sprake is van een verdachte, heeft zich een strafbaar feit voorgedaan en is de rechtsorde verstoord. Voor de openbare orde is het bevoegde gezag de districtscommissaris. Voor de rechtsorde is het bevoegde gezag de procureur-generaal. Het is geen valide argument dat de bevoegdheid wordt ontleend aan artikel 11 van het Politie Handvest.
Velen van de politiefunctionarissen zijn de mening toegedaan dat zij de bevoegdheid ontlenen van artikel 535 van het Surinaamse Wetboek van Strafrecht. Dit artikel spreekt over de openbare dronkenschap. Dit houdt in dat indien iemand zich in het openbaar of voor publiek toegankelijke plaatsen in een kennelijke staat van dronkenschap verkeert. Hij heeft zich dan niet schuldig gemaakt aan een misdrijf. Hij bevindt zich alleen in een kennelijke staat van dronkenschap. Hierop staat een geldboete van de 1ste categorie. Dit artikel regelt de sanctie zelf. Het geeft verder geen vervolgingsproces aan.
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat er een spanningsveld is tussen de theorie en de praktijk. Aangezien de verdachte in een situatie verkeert, dat hij niet in staat wordt geacht om een verhoor van hem af te nemen, wordt hij in de praktijk ter ontnuchtering opgehouden. Hetgeen betekent dat de verdachte langer in zijn vrijheid wordt beperkt. Dit schaadt de belangen van de verdachte. Om de oplossing te brengen in dit spanningsveld tussen theorie en praktijk, moet het ontnuchteringsproces in de wetgeving worden opgenomen. Het zal rechtszekerheid met zich meebrengen. Voorts zal er geen ruimte meer zijn voor willekeur.

error: Kopiëren mag niet!