Essed verwacht eerste kwartaal 2018 veroordeling Bouterse

Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden in het 8 decemberstrafproces, verwacht dat de Krijgsraad in het eerste kwartaal van 2018 uitspraak zal doen tegen hoofdverdachte Desi Bouterse. “Noch in een wet, grondwet of verdrag is er een strafrechtelijke immuniteit van de president van Suriname opgenomen. In het strafrecht is de president even gelijk als ieder andere verdachte”, zegt Essed, om een reactie gevraagd aan Dagblad Suriname. Het Openbaar Ministerie heeft woensdag een celstraf van 20 jaar geëist voor het aandeel van Bouterse bij de moord van 15 tegenstanders van het militair beleid op 8 december 1982. Ondertussen heeft ook de regering een standpunt ingenomen in deze kwestie. In het parlement heeft ook de coalitie donderdag kritiek geleverd over de manier waarop de rechterlijke macht de omstreden Amnestiewet uit 2012 opzij heeft gelegd. “De regering zal evalueren en handelen”, stelde vicepresident Ashwin Adhin donderdag in De Nationale Assemblee (DNA). Essed ziet de uitspraken van deze politici als uitspraken van mensen die in de war zijn. “Ik kan niet zo goed zien welke handeling de regering zou moeten verrichten naar aanleiding van de strafeis van 20 jaar. Ik denk dat de regering net als een ieder rustig het proces moet afwachten”, aldus de advocaat. Hij vindt dat het staatshoofd samen met zijn regering er verstandig aan doet om mee te werken aan het proces tot zijn aanhouding.
Niet rechtstaat, maar positie Bouterse in gevaar
De Nationale Democratische Partij (NDP) heeft in opdracht van partijvoorzitter Bouterse gisteravond een spoedstructurenvergadering gehouden in partijcentrum Ocer. De partij stelt dat het OM met haar strafeis de rechtstaat in gevaar heeft gebracht. “De rechtstaat of staatsveiligheid zijn absoluut niet in gevaar. De positie van de heer Bouterse is in gevaar”, stelt Essed. De advocaat voert aan dat met de handeling van de auditeur militair nu juist getoond is dat de rechtstaat nu werkt.
OM kan Bouterse normaal laten aanhouden
Essed verwacht ook dat het OM zoals bij elke strafzaak normaal de gevangenneming van Bouterse zal uitvoeren zodra de uitspraak wordt gedaan. Hierdoor zal ook gelijk een einde worden gemaakt aan zijn presidentschap. “Dat vindt men staatsgevaarlijk. Dus wanneer de president moordt, dan is dat niet staatsgevaarlijk? Maar wanneer hij wordt opgepakt, dan is dat misschien wel staatsgevaarlijk?”, stelt de advocaat. Hij vindt dat de uitspraak ‘staatsgevaarlijk’ een puur verzinsel is om een mogelijke reden te zoeken om ‘inderdaad te gaan handelen en de president uit de gevangenis te gaan houden’. “Er is niets van staatsgevaarlijk. Het is helemaal nul komma nul”, aldus Essed.
‘Misiekaba moet grondwet goed lezen’
NDP-fractieleider André Misiekaba voerde gisteren in het parlement aan dat de Amnestiewet uit 2012 zoals alle wetten wordt gerespecteerd en gehandhaafd! Ook de resolutie van de president ziet hij als legitiem. Welke uitspraak dan ook zal niet legitiem zijn en als zodanig niet uitvoerbaar. Men heeft volgens de NDP’er verzuimd een controlemechanisme binnen de rechterlijke macht in te bouwen. Daardoor is het heel duidelijk geworden dat de Rechterlijke Macht de enige macht is in het land die aan niemand verantwoording verschuldigd is. Deze situatie zal moeten worden gecorrigeerd door de instelling van het Constitutioneel Hof. Essed ziet de reactie van de NDP-topper als een reactie van iemand die helemaal in de war is. “Misiekaba moet de grondwet goed lezen. Daarin zijn er twee artikelen die letterlijk aangeven dat de rechter bevoegd is om een wet buiten werking te laten of niet toe te passen wanneer die wet in strijd is met een verdrag of de grondwet. De Amnestiewet is in strijd met zowel de grondwet als het OAS-verdrag”, stelt Essed. Volgens de advocaat kan de wet er wel zijn, maar de rechter hoeft die niet toe te passen.
Rechter heeft laatste woord in rechtstaat
De fractieleiders Chan Santokhi (VHP), Carl Breeveld (DOE) en Marinus Bee (Abop) stelden dat het recht zijn beloop moet hebben in het 8 december strafproces. Santokhi merkte op ongeacht welk besluit ook wordt genomen, in een rechtsstaat heeft de rechter het laatste woord. Hij deed een beroep op de regering en een ieder om de onafhankelijkheid van de rechter te waarborgen. Hij stelde dat de rechterlijke macht onbevreesd haar werk moet kunnen doen. De vicepresident merkte op dat de machten onafhankelijk zijn. Onafhankelijk houdt volgens hem echter niet in dat ‘wij naast elkaar moeten leven’. “Wij zullen met elkaar moeten leven. Daarom vind ik het jammer dat wij op deze manier met elkaar omgaan.”
FR

error: Kopiëren mag niet!