Bouterse: “Anderen zijn nog op het spoor van wraak”

Gisteren werd stilgestaan bij de nationale dag van rouw. De trekker van deze dag was sinds het begin al het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek geweld. De bijeenkomst begon met een kranslegging bij het Monument der Gevallenen Binnenlandse Oorlog door President Desi Bouterse en Sandew Hira. Bouterse had de eer om de bijeenkomst af te sluiten. Een belangrijk doel van de dag was om partijen die tegenover elkaar staan, bij elkaar te brengen tevens respect op te brengen voor elkaars mening. Het staatshoofd constateerde een zekere mate van groei met betrekking tot hetgeen dit comité uiteindelijk wil gaan bereiken in het land. Het concentreren op de humane lijn vindt de president het best. “Terwijl u dialoog zoekt, zijn anderen nog op het spoor van wraak. Waar wij nog enigszins de handen in elkaar kunnen slaan, wijzen anderen af, omdat zij kort denken”, zei het staatshoofd. Bouterse benadrukte ook het belang van waarheidsvinding. Hij feliciteerde de aanwezigen met het moment. Aan het eind zong de president samen met de aanwezigen het lied “Mi kondre tru”.
Met gemengde gevoelens
Humphry Jeroe, voorzitter van het comité, gaf aan dat hij met gemengde gevoelens bij het monument stond. Met gevoelens van vreugde werd de dag georganiseerd. De gevoelens van verdriet waren er, omdat de dag moest worden georganiseerd. Hij onthulde de logo van de stichting om vervolgens een terugblik te plegen naar de wijze waarop het binnenland is behandeld tijdens de binnenlandse oorlog. Jeroe haalde in bijzijn van de toenmalige legerleider (Bouterse) enkele voorbeelden aan van tragische gevallen. Ook een oud militair en een nabestaande uit Poki Grong waren erbij om hun ervaringen met het publiek te delen. “Het gaat vandaag om de mensen die pijn en verdriet hebben. Ook voormalige leden van de Jungle Commando hebben pijn. Als wij samen kunnen feesten, moeten wij ook samen kunnen rouwen”, zei Jeroe.
Hira: “Vrede en rust boven oorlog en haat”
Sandew Hira, lid en adviseur van het comité, heeft in zijn toespraak getracht de samenleving erop te wijzen dat niet alleen de nabestaanden van het binnenland en de 8 decembermoorden pijn hebben moeten lijden. Zijn betoog was gericht op het wegdoen van het verschil tussen de leed van deze groep en die van de nabestaanden van de militairen. “Vrede en rust boven oorlog en haat”, was zijn uitgangspunt. De parlementsvoorzitter is gevraagd om de ‘Wet erkenning slachtoffers politiek geweld’ te agenderen. Bij aanname van deze wet kan de regering voorgestelde maatregelen uitvoeren, zoals de formele erkenning van het begrip politiek geweld en de slachtoffers van politiek geweld, het laten verrichten van onderzoek van politiek geweld, waarbij materiele en immateriële schade in beeld wordt gebracht, het treffen van voorzieningen voor traumabegeleiding en het treffen van een regeling voor schadevergoeding voor de slachtoffers middels een fonds. Deze dag en de hieraan verbonden doelen zijn ook eerder in 2016 besproken op een lezing van Stanley Henkeman, vertegenwoordiger van het Intitute for Justice and Reconciliation, Zuid-Afrika. De regering in Zuid-Afrika besloot om een brug te bouwen tussen twee monumenten over twee tragische gebeurtenissen. Zo verwijst het ene monument naar het andere. Dit idee werd door het Comité opgepakt om in Suriname te introduceren: Het pad van verzoening.
Dit is geworden een weg tussen Ford-Zeelandia (8 december 1982) en het monument van de binnenlandse-oorlog aan de waterkant. Het comité wenst de verhalen van beide gebeurtenissen aan elkaar te linken.
De ontwikkelingen in het 8 decemberstrafproces hebben ondanks de inspanningen van dit comité een heel andere wending aangenomen. Onlangs ging het Openbaar Ministerie ertoe over om 20 jaar celstraf te eisen tegen de hoofdverdachte Bouterse in het 8 decemberstrafproces. Voor de nabestaanden van de slachtoffers was deze actie van het OM genoegdoening/rechtvaardigheid in zicht. Echter blijkt ook dat de regering niet stil zal zitten. De vicepresident heeft gisteren na een felle reactie van parlementariër Andre Misikaba in het parlement duidelijk aangegeven dat onafhankelijke instituten niet naast elkaar moeten lopen. “De regering zal evalueren en handelen”, zei de vicepresident kort.
Kavish Ganesh