Volgens oud-diplomaat en assembleelid Arnold Kruisland rest president Desi Bouterse geen keus dan maar ministers te moeten verwisselen als pampers. ‘Dit is een voortzetting van 1980. Hij heeft geen andere keus. Want niemand met verstand in zijn hoofd en ontwikkelingsvisie wil als minister fungeren onder regering Bouterse.’ Kruisland haalt aan dat hoewel het Nieuw Front 3 regeringstermijnen heeft opzitten, zij nog nooit zoveel ministers hebben verwisseld. Het is Bouterse die bekend staat om dit fenomeen. ‘Dan plaatst hij iemand die nog beroerder is dan zijn voorganger’, doelend op Eugene Van der San, die zichzelf maar 2 maanden en 6 dagen de minister van Justitie en Politie heeft mogen noemen.
Kruisland bekruipt het gevoel dat Bouterse Van der San al lang weg wilde als directeur van het kabinet van de president, waar hij dacht de wijsheid in pacht te hebben en alles en iedereen bekritiseerde en beledigde. De oud-diplomaat had al lang door dat Van der San ‘niet goed wijs’ was. Vooral toen de situatie van artikel 148 uit de Grondwet speelde, schroomde Van der San er niet voor om zijn gevoelens openlijk te uiten. Zo zou hij verklaard hebben blij te zijn om Bouterse weer in zijn militair tenue te zien.
‘Wat scheelt die man’, stelt Kruisland retorisch de vraag op de uitlatingen van de oud-justitieminister in het parlement, die Asis Gajadien uitmaakte voor ‘jo koe’ en Mahinder Jogi voor ‘geitendief’. Kruisland geeft aan dat in zijn periode, waar hij 20 jaren lang deel heeft uitgemaakt van het parlement, deze ‘kiekeboe spelletjes’ nog nooit zijn voorgekomen. ‘Gelukkig was Van der San geen minister in onze tijd. Wat wij met hem gedaan zouden hebben. Hij was al lang uit de vergaderzaal gerend.’
Kruisland zegt dat het financieel wanbeleid, dat ernstige armoede heeft teweeggebracht onder het volk, door president Bouterse is gecreëerd. De 26 NDP-assembleeleden in het parlement typeert hij als jaknikkers. ‘Ze worden onder schot gehouden door Bouterse. Maar mocht gebeuren dat tenminste 2 van de NDP-assembleeleden toch het besluit nemen om zich niet meer te scharen achter de paarse partij, de regering al ten val gebracht kan worden en nieuwe verkiezingen kunnen worden uitgeschreven.’
Asha Gajadien-Bhagwat