“Van der San had Trumpneigingen”

Eugene van der SanPrecies twee maanden en zes dagen na zijn beëdiging als minister van Justitie en Politie is Eugene van der San dinsdag bedankt door president Desi Bouterse. De ex-bewindsman heeft maandag zware beschuldigingen geuit richting Melvin Linscheer, veiligheidsadviseur van president Desi Bouterse. Linscheer zou volgens hem informatie lekken aan VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi. Een dag eerder hadden de politieke partijen, VHP, SPA en DA ’91, nog het ontslag van de politicus geëist. Harish Monorath, voormalig parlementariër en deken van de Surinaamse Orde van Advocaten (Sova), had de bewindsman echter niet zo snel zien gaan. “Wij hadden een goede werkrelatie met hem. Ik zie wel dat hij een beetje van die Trumpneigingen had om bepaalde harde en persoonlijke uitspraken in een ambtelijke functie te doen. Als het op politieke podia was, dan was het anders”, zegt Monorath aan Dagblad Suriname.
Monorath voert aan dat Van der San echter op de persconferentie van het ministerie emotionele uitspraken heeft gedaan die hij niet uit hoofde van zijn functie als minister zou moeten doen. Een van deze is het betitelen van Santokhi als vijand. “Dat mag in persoon, maar uit hoofde van de functie is dat ongeoorloofd. Hij is minister van alle honderd duizenden burgers van het land, waaronder ook die specifieke parlementariër. Nu hij dat op een persconferentie van het ministerie heeft gedaan, betekent dat dat hij een mededeling van de Staat heeft gedaan. Die staatsmededeling geeft een juridisch en sociaal-maatschappelijk gewicht. Zijn woordkeus in deze case is onprettig. Wat belangrijk is, is dat hij duidelijk is in zijn benadering over hoe hij mensen categoriseert en hoe hij over bepaalde dingen denkt.” De ex-parlementariër verwachtte wel dat de bewindsman hierover verantwoording aan de president zou moeten afleggen.
Sova had goede werkrelatie met minister
Monorath benadrukt dat de Sova een goede werkrelatie met de bewindsman had en een bijzonder vruchtbaar kennismakingsgesprek met hem heeft gehad. “Wij zijn terstond ontvangen. Daarnaast heeft de minister zich ingezet om zijn administratieve verantwoordelijkheden zo snel als mogelijk af te ronden, waardoor wij binnen enkele weken na zijn aantreden al een Advocaten Tuchtcollege konden installeren. Zelfs de ex-ministers, Edward Belfort en Jennifer Silos, hebben dat niet kunnen klaarspelen. Bij de vorige minister waren wij zelfs twee jaar niet ontvangen”, stelt Monorath. Hij juicht de bijdrage van Van der San aan de Orde van Advocaten toe.
Minister had alle recht voor ongerustheid bij uitvoering operatie Octopus
Van der San zat volgens Monorath met een veiligheidsvraagstuk. “Zijn idee van het vraagstuk is om rigoureuzer en streng op te treden tegen criminelen. Dat betekent dat hij menens is de veiligheid aan te pakken. Het probleem is dat je dan wel richting een politiestaat gaat”, stelt hij verwijzend naar de ‘sut eng trowe- uitspraak’ bij een rouwvisite van een Chinese ondernemer. De ex-minister zei maandag dat hij geen greep heeft op de operatie Octopus, die momenteel door de politie wordt uitgevoerd. Monorath vindt het een correcte zaak dat een minister zijn bezorgdheid uit over het feit dat driekwart van een miljoen Amerikaanse dollars in een project is gestopt en hij helemaal geen zicht daarop heeft. “Als dit onder het beleid van de minister moet vallen en hij heeft er geen zicht op, betekent dat dat de minister zelf aangeeft dat hij niet achter dit beleid staat. Een beleid dat hij ook niet gaat kunnen verdedigen in het parlement”, aldus Monorath.
Artikel 145 Grondwet wijzigen voor algehele opsporingsbevoegdheid MP
De ministers van Juspol en Defensie werken aan een andere wijze om toch het Nationaal Leger in te kunnen zetten. Daarmee alleen kunnen wij volgens Van der San succes hebben met de bestrijding van de criminaliteit. “Geen enkele pg gaat mij daartegen tegenhouden”, stelde hij. Monorath zegt dat de minister rekening moest houden met de bevoegdheden en taken die het Openbaar Ministerie en in deze de procureur-generaal worden toegekend in artikel 145 Grondwet. Zo staat vast dat de algehele opsporingsbevoegdheid te lande bij het OM zit. “De pg kan vanuit deze wet de bevoegdheid niet geven aan de militaire politie (MP). Je zou de MP kunnen inzetten voor de bescherming, maar dat moet ook in samenspraak met het OM. Dat is het belang van de scheiding der machten. Artikel 145 moet worden gewijzigd met twee derde meerderheid van het parlement”, aldus de deken.
Militairen met wapens boezemen angst in
Monorath stelt dat het aantreffen van zwaar gewapende militairen bij verschillende roadblocks in het verleden alleen maar ervoor gezorgd heeft dat de samenleving meer angst wordt ingeboezemd. “Stel dat een burger bepaalde vragen niet kan beantwoorden bij een roadblock. De kans bestaat wel dat hij te flarden kan worden geschoten. In andere landen gebeurt dat wel, dus de angst zit er wel in”, aldus Monorath. Hij verwijst naar het geval waar penitentiaire ambtenaren in Nickerie, die pas nog een taxi-auto onder vuur hebben genomen.
Parlement heeft vaker last van stoorzenders
Monorath, die ook ex-parlementariër is, vindt dat in het parlement er wel degelijk stoorzenders zijn die elke vergadering frustreren. “Als je iemand wil krenken, kan je zo iemand met nette woorden tot in zijn ziel raken. De benadering van ‘jo koe’ en ‘geitendief’ horen er daarom absoluut niet bij, maar ik kan mij ook herinneren dat woorden als ‘je blaft’ zijn gebruikt en rokken tevoorschijn zijn gehaald. Het gebeurt dus vaak dat men liederlijke taal gebruikt in het parlement. Het is absoluut niet goed te spreken.” In alle landen van de wereld gaan parlementariërs volgens Monorath grof met elkaar om. Als het niet vocabulaire is, is het dan met fysiek geweld. “Denk aan het Brits en Japans parlement. Wij als samenleving hebben dit duidelijk afgekeurd, dus de DNA-voorzitter heeft de taak erop toe te zien dat dit soort dingen niet meer gebeuren”, aldus de politicus.
FR

error: Kopiëren mag niet!