Ik geef hier wat commentaar, maar beschuldigt u mij a.u.b. niet ervan dat ik oude koeien uit de sloot haal, want dit is nog geen week geleden gebeurd. Suriname is opgeschrikt door deze uitdrukking van een minister. Vele mensen zijn boos geworden omdat hij Asis “Jo koe” heeft genoemd. Maar uit welingelichte bron heb ik vernomen dat Asis, zijn vrienden en partijgenoten, veel plezier hebben gehad om deze ‘politieke overwinning’. Want de minister heeft zijn woorden moeten terugnemen en de VHP is sterk positief in de publiciteit gekomen. En dat moet zeer zwaar voor hem zijn geweest. Vooral vanwege zijn korte lont. En hij heeft zo beloofd dat hij zijn lont nat zou maken. Asis en zijn vrienden beschouwen het als een overwinning omdat het niet erg is als iemand je een koe noemt; want een koe is een heilig dier. Hindoestanen noemen een koe zelfs ‘Moeder koe’.
Ook bij de Chinezen is het een compliment als je iemand een koe noemt. Zeg maar tegen een chinees: ‘Nǐ niú de’. Het betekent: ‘jij bent een koe’ (en bedoeld wordt ‘je bent geweldig’).
Dus eigenlijk heeft de minister Asis vergeleken met bijvoorbeeld Sint Bonifacius of Sint Nicolaas (als die tenminste geen zwarte piet bij zich heeft). Een kwalijke zaak zou het zijn als hij met ‘jo koe’, bedoelde ‘jokoe’, want dat betekent ‘onderbroek’ in wakamantaal. Hij heeft het jammer genoeg niet duidelijk uitgesproken, want vanwege het hoger klimmen op de ladder des leeftijds, heeft onze steeds hardhorender wordende tante Jenny niet gehoord wat hij precies had gezegd. De minister zal geen ‘jokoe’ hebben gezegd, want hij is geen wakaman; integendeel zien mensen die hem goed kennen, hem als een deftige soort Engelse gentleman. En trouwens hoeft een jokoe geen belediging te zijn. Zolang het schoon is en geen lange pijpen heeft, zoals de landbouwers die vroeger droegen omdat hun vrouwen het zelf in elkaar gestikt hadden.
Van Asis staat bekend dat hij een lange lont heeft. Maar als hij daarbij een korte jokoe heeft, kunnen vreemde dingen naar buiten komen. Een van die vreemde dingen, die naar buiten kwam is het afgezaagde verhaal van de geitendiefstal van Jogi, die de minister van stal haalt. Ik snap niet dat men nog steeds blijft zeuren hierover. Ook de minister hoort te weten dat als een geit van je buurman dagelijks je koolaanplant komt plunderen, je bepaalde rechten bij die geit opbouwt.
En zoals ik het heb gehoord aan de borreltafel in een bar in Saramacca, is er nooit iets aan de hand geweest. Dit omdat heer Jogi de helft van de geit plus de ingewanden (lever, bere en fladder) heeft aangeboden aan de man op wiens perceel de geit is geboren. Ik zeg opzettelijk niet ‘eigenaar’, omdat de heer Jogi mede-eigenaar was. De man schijnt alles te hebben geaccepteerd, maar heeft het verhaal toch laten uitlekken naar de pers. Het schijnt een complot van de pers te zijn tegen de heer Jogi. Zelfs de Nederlandse pers schijnt zich ermee bemoeid te hebben!
Misschien is dit hele verhaal niet eens waar en is het slechts een borreltafelverzinsel. Ik hoop dat hiermee een punt achter het verhaal van de koe en de geit gezet is. Zowel kool als geit is niet gespaard gebleven. Jogi is ook een gentleman want hij heeft de minister spontaan een chocolade, gevuld met stroperige caramel, aangeboden nadat die Jogi had gedreigd met opsluiten in de gevangenis.
Hebt u ooit geitenfladder gegeten, beste lezer? Als u geitenfladder hebt gegeten, lust u geen andere fladder. Wat zou het toch mooi zijn als zowel de minister met zijn korte natte lont en Asis, met lange lont en korte jokoe, alle boosheid dumpen in de lege geitenstal van buurman en samen in de roddelbar van Saramacca een geitenfladder en geitenbere gaan eten in plaats van allerlei macabere en langa bere verhalen in de assemblee te gaan vertellen.
Ik denk dat wij nog veel plezier aan deze minister zullen beleven. Hij is vast van plan om te bewijzen dat op het gebied van misdaadpreventie en misdaadbestrijding, hij de beste aller tijden zal worden. Ook zijn ideeën zijn origineel en creatief. Zo wil hij een groot deel van het leger inzetten voor misdaadbestrijding in het hele land. Nergens op de wereld is men op dit briljante idee gekomen. Maar dat het zal werken, weet elke koe van zondag!
Rudi Jadnanansing