De econoom Stanley Raghoebarsing heeft de indruk dat deskundige personen, die weten waar zij het over hebben, gewerkt hebben aan het Ontwikkelingsplan 2017-2021. Wat hem echter opvalt, is dat het plan begint met een groot stuk, dat uiteindelijk de bedoeling heeft om het ‘a no mi’ verhaal op te leggen. “Het eerste gedeelte is echt georiënteerd om aan te tonen hoe de invloed van de wereldmarkt is geweest. Er wordt een heleboel geanalyseerd over de wereldontwikkeling, zonder de link te leggen met hoe die ontwikkeling invloed heeft gehad op de Surinaamse ontwikkeling. Er wordt geen relatie gelegd tussen de kwaliteit van het eigen bestuur als de bepalende factor voor ontwikkeling. Het wordt allemaal gegooid op de wereldmarkt. In feite wordt de indruk gewekt dat wij allemaal overgeleverd zijn aan de wereldmarkt”, licht de econoom toe.
Het geklaag over ‘de Hollanders hebben ons achter gehouden en de Amerikanen hebben ons achter gehouden’, is volgens Raghoebarsing nu veranderd in ‘de wereldmarkt heeft ons achtergehouden’. Middels een rekenmodel zijn er verwachtingen opgenomen in het plan over de inkomsten uit de mijnbouwsector. Die verwachtingen zijn volgens Raghoebarsing prachtig. Echter vindt de econoom deze voorspellingen erg optimistisch. “Er wordt een investeringsprogramma van miljarden opgenomen. Dat vind ik enorm ambitieus. Als er iets fout gegaan is onder 7 jaren presidentschap van de heer Bouterse, is dat de kwaliteit van het bestuur”, benadrukt hij.
Er wordt volgens Raghoebarsing veel geklaagd dat het altijd al fout is gegaan in het land. Hij weerspreekt dat geklaag door in herinnering te brengen, dat tussen 2000 en 2010 voor het eerst na de jaren 60 (na de bauxietinvesteringen) er 10 jaar achterelkaar economische groei is geweest in Suriname. “Wij hadden het model gevonden van hoe te plannen en hoe uit te voeren. Met dezelfde ambtenaren die er nu zijn, onder goede leiding, zijn wij in staat geweest om veel plannen rond te krijgen. Wij hadden een situatie geschapen waarbij wij zonder wetgeving gespaard hadden voor ons volk. De fout die dit ontwikkelingsplan maakt, is dat de vinger niet op de zere plek wordt gelegd”, vindt Raghoebarsing. De zere plek volgens Raghoebarsing is simpelweg het volstrekt foute bestuur en de weigering om in een zuivere goede analyse te gaan naar de fouten en die te herstellen. “Ik hoor mensen praten over: als het zo slecht gaat in het land, waarom willen mensen het bestuur van het land overnemen? Als deze falende wijze van besturen van het land wordt voortgezet, wordt het alleen maar erger. Het is tijd om het getij te keren”, aldus de econoom.
Kavish Ganesh