“Industriële ontwerpen hebben betrekking op elk product dat je op een bepaalde manier in een bepaalde vorm naar buiten brengt. Bijvoorbeeld bij laptops en telefoons zien we dat het in een bepaald model verkrijgbaar is. Ook andere goederen, zoals stoelen, tafels en vazen worden hiertoe gerekend.” Dit zegt Urlien Lo-A-Njoe, sectiechef Administratie BIE, in gesprek met Dagblad Suriname. “Suriname moet eerst partij worden van de Haagse Conventie om van de voordelen te kunnen profiteren. We zijn nog geen lid; pas als het zover is worden wij een receiving office om via de Wipo de bescherming te krijgen.” Om dit van de grond te krijgen, moeten voorbereidingen getroffen worden door Suriname. Het is een vorm van bescherming, die in meerdere landen mogelijk moet zijn door slechts een simpele online registratie in te dienen tegen vaste kosten, beklemtoont Kenneth Codrington, waarnemend onderdirecteur van BIE. “Wanneer je bijvoorbeeld in tien landen bescherming wenst van je product, hoef je niet in elk land een aparte procedure te volgen of iedere keer kosten te betalen. De Haagse Conventie maakt het mogelijk om in één keer bescherming te krijgen in meerdere landen.” Het is nog niet duidelijk wanneer Suriname daadwerkelijk deel zal uitmaken van deze conventie; de Surinaamse wetgeving moet enigszins bijgesteld worden. “De nationale wetgeving moet namelijk in harmonie zijn met de Haagse Conventie. Momenteel zijn we bezig ermee. We hebben onze conceptwetgeving reeds verstuurd naar Wipo.” Volgens Lo-A-Njoe is deze conceptwet tevens door de Wipo geprepareerd en gescreend.
Alhoewel er diverse vormen van intellectuele eigendommen voorkomen, wordt er in Suriname niet aan allemaal aandacht besteed. “We doen op dit moment uitsluitend de merkenregistratie op goederen, omdat er in onze wetgeving niet is opgenomen dat we de diensten ook moeten beschermen”, beweert Lo-A-Njoe. Het octrooi dat ook tot de intellectuele eigendommen behoort, werd in Suriname indertijd wel geregistreerd. “Het is niet zo zeer een registratie geweest. We ontvingen vroeger octrooien, waarvan de aanvragen doorgestuurd werden naar Nederland alwaar de examinatie plaatsvond. Maar na de onafhankelijkheid zijn er geen afspraken meer gemaakt hoe dit verder moet geschieden. Hierdoor is dit stopgezet.” Dit betekent dus niet dat er geen animo meer is voor octrooiaanvragen. “We krijgen nog steeds genoeg octrooiaanvragen van mensen die geïnteresseerd zijn, maar we kunnen ze niet helpen. Daarom vechten we voor de goedkeuring van de conceptwet die aan ons is aangeboden; hierin is de mogelijkheid om de octrooiaanvragen te registreren, opgenomen.” KSR
