Gerard van den Bergh, directeur van de Associatie Pluimveesector Suriname (APSS), betreurt het dat het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme (HI&T) de APSS niet heeft betrokken bij de besluitvorming rond de toekomst van de pluimveesector. Het ministerie is voornemens om een ambitieus plan uit te voeren, waarbij buitenlandse grondstoffen van kippenvoer vervangen zullen worden met rijst. Dit moet de lokale kip goedkoper maken. Door de kostprijs van het voer omlaag te brengen, wil de overheid de prijs van lokale kip naar beneden drukken. Binnen 4 jaar tijd moet de importkip volledig vervangen zijn in Suriname. Volgens het plan zullen 30-50 rijstboeren uit het district Saramacca hieraan meedoen. Middels vaste afspraken over prijzen met de voerverwerkers, zoals Espee, Fatehmohamed en Sranan Fowru, zal de kweker met een vast gegeven kunnen produceren.
Van den Bergh merkt op dat in dit kader juist één van de belangrijke stakeholders (de kwekers) erbuiten zijn gelaten. Espee, Sranan Fowru en Fatehmohamed zijn geen voerproducenten en kwekers/verwerkers. “Wij vinden het idee ideaal, maar niet mogelijk. Ik hoop dat zij het waar kunnen maken. Het belangrijkste voor ons is de importheffing op buitenlandse kip. Een aantal weken geleden hebben wij van de minister gehoord dat de importheffing van 20% naar 40% gaat. Tot heden wordt er echter nog 20% berekend”, stelt de directeur.
De voerkosten zijn volgens Van den Bergh wel belangrijk. Echter zal het niet zo een groot verschil maken om onder de kostprijs van importkip te komen. Van den Bergh richt zich op kip vanuit het buitenland, dat onder de kostprijs wordt gedumpt op de markt. Het gaat hierbij om kip die gekweekt wordt voor de borst, waarbij de rest van de kip als restproduct wordt gezien. Het merendeel van het importvlees wordt onder de kostprijs opgekocht. “Daar kun je gewoon nooit tegen concurreren”, aldus Van den Bergh. Hij tracht de communicatielijn met het ministerie nogmaals te openen, zodat de inzichten van de APSS ook worden gekend.
Kavish Ganesh