Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Niermala Maikoe, eiste maandag tegen de verdachte Reumel D. een gevangenisstraf van 8 jaar met aftrek. Tegen zijn 2 comparanten werd een gecombineerde straf geëist. Aan deze verdachte worden vijf feiten verweten. Op 19 maart 2016 heeft de verdachte tezamen en in vereniging met ene Winston R. diefstal middels geweld gepleegd ten nadele van Johan. De verdachte heeft het feit ontkend op de zitting. De vervolging haalde als bewijs aan het proces-verbaal van de aangifte. De benadeelde heeft de verdachte positief herkend uit een fotocollage bij de politie. De benadeelde herkende de verdachte aan zijn ogen en zijn kaak. Daarnaast heeft de verdachte in eerste instantie bij de politie bekend. Op de zitting kwam hij echter terug op zijn verklaring. Ten aanzien van het tweede feit, welke gepleegd werd op 20 maart 2016 ten nadele van Mampo, putte de vervolging het bewijs ook uit de verklaring van de benadeelde. Volgens de aangever bevond hij zich op die bewuste dag te Mopi Kondre op de Marowijnerivier. Op een bepaald moment werd zijn boot aangevaren door een andere boot, waarin 2 verdachten zaten gewapend met jachtgeweren met afgezaagde loop. Onder bedreiging van de geweren werd de aangever beroofd van zijn persoonlijke goederen. De daders waren ongemaskerd. Ook deze benadeelde heeft de verdachte Reumel uit een fotocollage herkend. Op 27 maart 2016 heeft de verdachte een gewapende roverval gepleegd op de Marowijnerivier. De benadeelde Stanley verklaarde dat hij goederen aan de man brengt. Hij vaart met zijn boot vanuit Langa Tabiki naar de Franse kant. Ter hoogte van de Arminavallen zag hij een boot hem tegemoet varen met 2 mannen aan boord. Op een bepaald moment toen de boot de benadeelde had benaderd, hielden de verdachten de benadeelde onder schot. De daders sprongen in zijn boot en beroofden hem.
Op 10 april 2016 heeft Reumel tezamen en in vereniging met de verdachten Edmond P. en Winston R. diefstal middels braak gepleegd bij de aangever Thomas. De aangever verklaarde dat hij naar de stad ging en zijn buitenboordmotor in een kamer van zijn woning had geplaatst en vervolgens de deur op slot had gedaan. Toen hij thuis aankwam, merkte hij dat de deur geforceerd was en dat de buitenboordmotor was meegenomen. Dit feit hebben alle 3 verdachten bekend. Ook de verdachte Edmond heeft deze diefstal bekend en heeft aanwijzingen gedaan, evenals de derde verdachte Winston R.. Hij verklaarde dat hij de buit heeft vervoerd en verkocht. Bij de diefstal was hij niet betrokken. De vervolging achtte tegen Edmond en Winston het feit wettig en overtuigend bewezen. Zij eiste tegen deze 2 verdachten een celstraf van 12 maanden, waarvan 7 voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht met een proeftijd van 3 jaar. Edmond is niet eerder veroordeeld. Hij was gedurende het onderzoek op vrije voeten gesteld. Het OM eiste een gecombineerde straf tegen hem. Ook op basis van het feit dat de buit terecht is. Ten aanzien van feit 4 ontkent de verdachte Reumel steevast. Hem wordt verweten dat hij op 16 april 2016 in het district Marowijne op de rivier een beroving heeft gepleegd. Hij was samen met anderen in een boot. Op een gegeven moment haalde Reumel een vuistvuurwapen tevoorschijn en richtte het op de bootsman. De verdachte trok de rugtas van de bootsman en er ontstond een worsteling, waardoor de verdachte en de bootsman in het water vielen. Het wapen ging af. Niemand raakte gewond. Het gelukte de verdachte om weer boven water te komen en klom hij weer in de boot. Inmiddels was de boot dichtbij de kade gevaren. Met medeneming van de schoudertas maakte Reumel zich uit de voeten. Op 30 april wordt de verdere behandeling voortgezet.
Saskia Bandhan