De meningen in het veld staan parallel tegenover elkaar. Een deel van de critici vindt dat het grote aantal voedselpakketten duidelijk aangeeft wat de behoefte is bij de samenleving, terwijl een ander deel van de critici het ziet als een voorbeeld van hoe niet duurzaam de overheid haar beleid voert. Dagblad Suriname sprak in dit verband met parlementariër Raymond Sapoen, die een iets genuanceerde blik heeft. Sapoen bekijkt de zaak niet zwart op wit. Pakketten verstrekken is gericht op sociaal zwakkeren. Hij benadrukt dat er wel een bestand moet zijn. Tot nu toe is het geen enkele regering gelukt om een representatief bestand in elkaar te zetten. Dit, zeker gezien de zaak ook politiek wordt beïnvloed. “Voedselpakketten zijn van alle regeringen. Dat is niet eens het punt. De economische crisis zorgt ervoor dat de doelgroep steeds groter wordt. In kwantitatieve zin zal er dus een grotere druk zijn op de voedselpakketten”, stelt Sapoen.
Binnen het bestand zijn er ook mensen die over pakketten kunnen beschikken, terwijl zij geen behoeftigen zijn. Dit is aanleiding voor Sapoen om te wensen dat het huidige bestand wordt opgeschoond van mensen die niet voldoen aan de criteria (die ook nog helderheid vergen bij de samenleving). Volgens Sapoen voorzien de pakketten in een bepaalde behoefte. Het is naar zijn oordeel dus de plicht van de regering om de gaten te vullen. De behoeftigen binnen de samenleving die ver onder de armoedegrens leven, verdienen een tegemoetkoming. De armoedegrens echter dient ook nog te worden vastgesteld. Critici oordelen een veel ergere uitkomst dan op dit moment te zien is qua behoeftigen. Pakketten verstrekken is volgens Sapoen niet het instrument om mensen uit de armoede te helpen. De samenleving moet duurzame instrumenten krijgen om uit de armoede te geraken.
Kavish Ganesh