Op 17 januari 2017 verscheen in Dagblad Suriname dat het Medisch Tuchtcollege op vrijdag 13 januari vonnis gewezen heeft in de zaak die Rab Williams, toen als bedrijfsarts verbonden bij de Centrale Bank van Suriname, tegen chirurg Rohit Girjasing, verbonden aan het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, aanhangig had gemaakt. Het college stelde vast dat Rohit Girjasing het medisch beroepsgeheim heeft geschonden. Girjasing had per schrijven van 4 februari 2013 schriftelijk medische informatie verstrekt aan een persoon aan wie hij overeenkomstig de wet deze medische informatie niet mocht verstrekken. Deze medische informatie betreffende een overleden medewerker van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) is dus tegen de regels van het medisch tuchtrecht verstrekt aan de toenmalige president van de CBvS.
Chirug Girjasing geeft als reactie het volgende aan. “De werkgever van drs. William, in deze de Centrale Bank van Suriname, heeft vaker klachten van ernstige aard ontvangen van het bankpersoneel betreffende voornoemde arts. Toen een werknemer van de Centrale Bank van Suriname (werkgever) kwam te overlijden, heeft de werkgever om medische informatie gevraagd. De bank wilde weten hoe het zo ver is gekomen dat de patiënt, die jarenlang onder behandeling was van drs. W. is komen te overlijden, althans dat de bank om specifieke informatie had gevraagd betreffende de doodsoorzaak van de werknemer.”
De hoofdbehandelaar in deze, Girjasing, chirurg in het AZP, moest na afweging van een conflict van plichten, de keuze maken tussen het wel of niet doorbreken van het beroepsgeheim. Respecteren van het beroepsgeheim zou betekenen zwijgen over al dan niet geconstateerde fouten en/of nalatigheden van een medicus, wat inhoudt dat deze geconstateerde fouten en/of nalatigheden zullen blijven voortduren, ten gevolge waarvan in casu meerdere levens van patiënten op het spel worden gezet.
Bij het doorbreken van het beroepsgeheim krijgt de werkgever medische informatie over de constateringen van een chirurg als terzake deskundige, zodat er gepaste maatregelen kunnen worden getroffen, zulks in het belang van de levens van de werknemers (met andere woorden het gemeenschapsbelang/algemeen belang). Dit, ter voorkoming van calamiteiten als hierboven en bescherming van alle patiënten. “Zelf heeft het Medisch Tuchtcollege mij nimmer om uitleg gevraagd om hun uit te leggen dat er sprake is van een conflict van plichten en dat ik heb gekozen voor het doorbreken van het beroepsgeheim, in het belang van alle patiënten, die door drs. W. worden behandeld. In het vonnis d.d. 13 januari 2017 heeft het Medisch Tuchtcollege overigens zelf aangegeven dat ik in een nader stadium als getuige-deskundige zal worden gehoord bij de behandeling van de klacht die is ingediend door de nabestaanden van overledene bij het Medisch Tuchtcollege tegen drs. W. Naar alle waarschijnlijkheid zou dit dan de reden moeten zijn geweest waarom mij nimmer hieromtrent om uitleg is gevraagd”, aldus Girjasing.