Ondergetekende is werkzaam geweest op het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur als Transitie-Manager van Leermiddelen, Productie en Distributie (LPD). Mijn arbeidsovereenkomst is niet meer verlengd geworden door de leiding van het ministerie, terwijl mij werd voorgehouden dat de verlenging van mijn arbeidsovereenkomst stilzwijgend, zoals gangbaar is, verlengd zou plaatsvinden. De redenen van opzegging waren: dat ik niet zou performen, vertrouwelijke informatie zou hebben doen uitlekken en de “cohesie” op de afdeling niet zou kunnen bewaren.
Op 17 januari j.l. ben ik naar de media gestapt, omdat ik besloten heb het stilzwijgen te doorbreken en om aandacht te vragen voor mijn case. Ik moet mij haasten om te vermelden dat ik geen politieke agenda heb en met mijn case geen politiek wil bedrijven. Ik sta open voor gesprekken met een ieder. Ik ben niet tegen of voor deze regering, ik ben een technocraat en ik ben tegen verkwisting, corruptie en frauduleuze handelingen door wie dan ook.
Op 8 september 2015 heb ik de heer Melvin Bouva, in diens hoedanigheid van vicevoorzitter van De Nationale Assemblée (DNA), gesproken over de mistoestanden en onrechtmatigheden op Minowc. De DNA is het hoogste volksvertegenwoordigende orgaan en dus het huis van het volk. Nadat het ministerie mij op 10 september 2015 heeft bedankt, richtte ik mij weer tot Bouva met de woorden: “…degene die de onrechtmatigheden op Minowc ontdekt heeft, is bedankt geworden op een onfatsoenlijke manier”. Zijn bewoordingen waren: “Inderdaad niet zoals het gegaan moest. Ik check met de heer Jules Wijdenbosch wat het beste is in deze.”
Op 21 september 2015 heb ik mijn verweer/bezwaar doen toekomen aan president Desiré Bouterse. Ik heb de drie punten uit mijn opzegging van mijn arbeidsovereenkomst bestreden en toegelicht. Deze brief ging ook naar DNA-voorzitter mevrouw Jennifer Simons. Ik vroeg hierbij om het besluit t.a.v. mijn arbeidsovereenkomst te laten terugdraaien.
Op 27 september 2015 stuurde ik opnieuw een brief aan de president, met als bijlagen mijn rapportages inclusief andere stukken die ik mondeling kon toe lichten.
Op 28 oktober 2015 vroeg ik wederom dringende aandacht voor mijn case aan de president en heb nogmaals mijn rapportages doen toekomen, met andere bewijsstukken en materiaal. In deze stukken is vermeld wie de veroorzaker was voor mismanagement op het ministerie.
Op 21 oktober 2015 heb ik gesproken met mevr. Rossellie Cotino, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs van de DNA. Bij die gelegenheid heb ik mijn rapportages toegelicht en heeft zij al mijn stukken ontvangen, met tekst en uitleg. Met Naomi Samidin, DNA-lid, heb ik het ook over mijn case gehad. Zij erkent het onrecht dat mij aangedaan is, maar gaf ook zelf toe dat het geen makkelijke zaak is. Ook heb ik gesproken met DNA-lid Ronald Hooghart (vakbondsman), adviseur Henk Herrenberg, raadsadviseur Jules Wijdenbosch en uiteindelijk DNA-lid Carl Breeveld, die toen nog in de coalitie zat.
DNA-leden hebben een eed afgelegd ingevolge artikel 65 van de Grondwet van Suriname: “Ik zweer (beloof), dat ik het ambt van Assembleelid nauwgezet zal vervullen”.
Op 23 november 2015 vroeg ik om een audiëntie bij de president in een aangetekende brief. Mijn hoop was de toespraak van de president in een persconferentie op 20 november 2015 n.a.v. de eerste actie van “We zijn moe-dig”. De President stelde daarbij: “Als volkspresident mag iedereen bij mij komen.” Deze uitspraak gaf mij nieuwe inspiratie.
Na herhaaldelijk om aandacht gevraagd te hebben bij de DNA-voorzitter mevrouw Jennifer Simons, heeft zij mij op 4 december 2015 ontvangen. Mijns inziens was het een vruchtbaar gesprek; ik heb uitleg gegeven over de onrechtmatigheden en gesjoemel op Minowc. Ook heb ik mijn rapportages kunnen toelichten. De DNA-voorzitter heeft toen drie zaken beloofd, die nog steeds niet gerealiseerd zijn. Ik bleef constant aan de bel trekken, maanden gingen voorbij.
Medio mei heb ik het kabinet van de First Lady benaderd en mijn rapportages opgestuurd. Ik kreeg de mededeling dat ik goed op weg was bij de bekende instituten die er zijn, en dat het kabinet van de First Lady zich alleen bezighoudt met sociale projecten en geen inbreng heeft in deze zaak.
Op 11 november 2016 ben ik in Leonsberg te woord gestaan door raadsadviseur Peggy Bouterse. Ook daar heb ik de onrechtmatigheden op het ministerie toegelicht. De rapportages, bewijsstukken en andere bewijsmateriaal heeft zij ontvangen
Dit zijn de wegen die ik bewandeld heb. Nadat ik zo lang aan de bel heb getrokken, heb ik besloten om de gemeenschap te informeren. Want er is veel meer aan de hand, dat weet de huidige minister Robert Peneux ook wel. Ik heb meermalen dringende aandacht gevraagd van de president, die ook leiding geeft aan de vicepresident, de verantwoordelijke in deze kwestie. Ook nadat ik in de pers ben getreden, heb ik geen gehoor gekregen van het kabinet van de President. Ik kom slechts op tegen het onrecht dat mij is aangedaan, om te voorkomen dat dit ook anderen overkomt. Want ook als hooggeplaatste functionarissen een scheve schaats rijden, moeten zij ter verantwoording geroepen worden. Ik vraag opnieuw de DNA-leden aandacht voor deze case, waarvoor nog geen oplossing gekomen is.
President, u heeft op 26 mei 2015 bij de verkiezingsoverwinning van de NDP in Ocer geproclameerd dat u met eerlijke mensen gaat werken. U heeft in de jaarrede, oktober 2016, gezegd dat u corruptie zult aanpakken. Als jonge, politiek ongebonden Surinamer richt ik mij tot u om zonder aanzien des persoon te handelen. Dit mooie land wordt verziekt door gegraai van mensen die er beter van worden, terwijl mensen die zich als technocraten opstellen bedankt worden op een onfatsoenlijke manier.
Sailis Soebdhan