Gendergelijkheid op alle vlakken moet zowel sociale als economische voordelen opleveren, vooral ten aanzien van kwetsbare groepen in Suriname. Op 24 januari zijn twee projecten gelanceerd met precies dit doel. Het zijn het iGrow project en het Genderplus project. De Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand (VVOB), die achter het iGrow project zit en het Stichting Bureau voor de dienstverlening aan NGO’s, die verantwoordelijk is voor het Genderplus project, hebben beide een grant gekregen van de Europese Unie (EU) om hun projecten verder tot ontplooiing te brengen.
De Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische Bijstand (VVOB) is een samenwerking aangegaan met drie lokale ngo’s, die al hun expertise zullen inzetten om jongeren te helpen en om hun talenten maximaal te ontwikkelen. Dit project gaat door onder de naam Initiative Gender Responsive onderwijs (iGrow). Dit project start vanaf 1 maart. De partners die aan dit project deelnemen, zijn IGSR, Stichting Lobi, Pro Health en Yes. Jan Geusens, programma manager VVOB, geeft aan dat er voor dit project Euro 425.000 is verstrekt door de EU. Het project zal uitgezet worden in 33 maanden en moet in november 2019 eindigen. Een van de thema’s die aan de orde komen, is het verminderen van vroegtijdige schoolverlaters. Het project zal onder leerlingen van het lbo-onderwijs uitgevoerd worden en het doel is 2900 lbo-leerlingen te bereiken. Er zal een ‘whole school approach’ genomen worden, hetgeen inhoudt het versterken van competenties, versterken van jongeren, versterken van hun thuisomgeving, verstreken van ngo’s met kennis en onderzoek en aanbevelingen doen ten aanzien van het beleid.
Het tweede project betreft Genderplus en wordt voorgezeten door het Stichting Bureau voor de dienstverlening aan NGO’s. “De armoede is toegenomen en duidelijk merkbaar. We zitten nu in een economische recessie, dus hebben we onze shift verschoven naar economische bescherming van de doelgroep. We hebben op basis van de ervaring opgedaan een strategie ontwikkeld, gebaseerd op de principes van co-finance, co-design en co-produce”, zegt Sheila Ketwaru- Nurmohamed, directeur Bureau voor de Dienstverlening aan de NGO’s. Het is een model dat is afgekeken van Thailand en de Filipijnen, waarbij het beleidsplan is aangepast naar het Surinaams systeem. Er is contact opgenomen met mensen via Kasmoni plus in verschillende dorpen en gemeenschappen ten aanzien micro finance en afzet marketing. Dit zijn de belangrijkste diensten die vrouwen leveren. Het grootste deel van onze doelgroep zijn vrouwen. Het doel van dit project is versterking van de rechten van vrouwen en meisjes en het bevorderen van hun kritische bewustzijn ten aanzien van hun sociale capaciteit. “Dit willen wij bewerkstelligen middels hun bewustwording van gendergelijkheid en door hun sociaal-maatschappelijk werk, ondernemerschap en competenties te versterken. Het verwachte resultaat bij dit project is een grotere bewustwording van de rechten van vrouwen en meisjes en sociaaleconomische ontwikkeling van 40 kwetsbare vrouwelijke ondernemers, zodat zij hun ondernemingen kunnen opstarten/doorstarten.
Belangrijke stakeholders bij dit project zijn vrouwen/gemeenschappelijke organisaties in Sipaliwini en Marowijne, korpsautoriteiten en de lokale overheid, ngo’s en het IGSR. De EU heeft dit project gefinancierd met Euro 422.000. Zelf heeft de stichting Euro 27.000 bijgedragen aan het project.