Als ex-medewerker (transitiemanager) bij het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc), heeft S.S. heel wat zaken aan het licht gebracht middels het simpel uitvoeren van zijn opdrachten. Dagblad Suriname wist in augustus 2015 de handen te leggen op een uitgelekt transitierapport over de afdeling Leermiddelen, Productie en Distributie (LPD) van het Minowc. In dit rapport werd door de transitiemanager gesteld dat er sprake is van ‘structureel mismanagement’ op deze afdeling. Opvallende punten die in het rapport werden aangehaald, hadden te maken met magazijnen die ingehuurd werden door het ministerie voor de opslag van boeken, die onnodig veel geld kosten, arbeiders die niet-productieve overuren maakten alsook externe arbeiders die onnodig werden aangetrokken. Vervanging van het waarnemend hoofd van de afdeling, dat de vaardigheden om de LPD te leiden zou missen, was volgens de transitiemanager dringend gewenst. Dagblad Suriname verneemt van welingelichte bronnen dat deze aan de kaak gestelde wantoestanden, die onder het bewind van gewezen minister Ashwin Adhin zich voordeden, zijn aangepakt.
Uiteindelijk werd S.S ‘beloond’ met het opzeggen van zijn arbeidsovereenkomst bij het ministerie. Als reden voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst werd aangegeven, dat S.S. zijn performance te wensen overliet, hij vertrouwelijke informatie betreffende de dienst niet geheim kan houden en hij niet in staat is om de cohesie binnen de afdeling LPD in stand te houden. Dit, terwijl S.S. al van te voren wist dat het uitgelekt document waar er over gesproken werd, na zijn rapportage aan zijn leidinggevende, zonder zijn medeweten, al in meer handen terecht was gekomen. S.S. geeft in gesprek met Dagblad Suriname aan dat hij tegen dit besluit bezwaar heeft aangetekend bij zowel zijn leidinggevenden, de president als bij de voorzitter van De Nationale Assemblee.
Uiteindelijk was het alleen DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons die reageerde op zijn herhaaldelijke verzoeken voor aandacht. De DNA-voorzitter gaf aan S.S. te kennen, dat er naar meer gekeken zou moeten worden dan alleen deze specifieke zaak. Zij beloofde een traject te doorlopen of te realiseren, maar verder kwam er geen schot in zijn situatie. Van het kabinet en de leiding van het ministerie is er nimmer gereageerd op zijn bezwaren, terwijl de kwestie zich ruim anderhalf jaar al voortsleept.
Volgens S.S. heeft hij als technocraat, naar eer en geweten, objectief, onafhankelijk en zonder aanzien des persoon zijn werkzaamheden uitgevoerd. De beloning met zo een behandeling ziet hij niet zitten. Waar S.S. al sinds het begin moeite mee heeft gehad, zijn de grondslagen waarop hem ontslag is gegeven. Hij wenst dat het besluit van het ministerie wordt teruggedraaid. De wijze waarop hij als technocraat behandeld is, is volgens hem niet bevorderlijk voor andere technocraten die naar eer en geweten hun werkzaamheden wensen uit te voeren.
Minister Robert Peneux heeft eerder in de media heel duidelijk kenbaar gemaakt dat de situatie heel anders is dan S.S. het doet voorkomen. Naar zijn mening zouden juridische stappen positieve resultaten kunnen opleveren voor S.S, indien er onrecht is gedaan jegens S.S.. Ook S.S is ervan bewust dat juridische stappen hem niet ver zullen helpen, gezien het ministerie volgens de Personeelswet niet buiten het boekje is gegaan en gewoon van de wettelijke mogelijkheden gebruik heeft gemaakt. Volgens S.S. weet Peneux goed wat er aan de hand is, daar hij zijn rapportage ook mondeling met hem overlegde. Zijn werkzaamheden werden geprezen en Peneux betitelde hem zelfs als een harde werker. S.S is nu in de media getreden om duidelijke aandacht te vragen van de president als regeringsleider alsook De Nationale Assemblee die het volk vertegenwoordigt. “Het moet eens een keer ophouden om mensen die werken naar eer en geweten en zich technocratisch opstellen in het belang van het land, zo te behandelen`, aldus S.S.