De actiegroep ‘We Zijn Moe’ kan zich terugvinden in de eis van de leerkrachten en vindt dat het om een rechtvaardige strijd gaat. De regering getuigt volgens de groep helemaal geen fatsoen bij haar aanpak om een einde te brengen aan de acties. “Als de regering zich steeds niet houdt aan afspraken, moet men niet vreemd opkijken als mensen uiteindelijk voor zo een manier kiezen om gedaan te krijgen wat eerder is overeengekomen. Het getuigt niet van fatsoen dat zij steeds overeenkomsten probeert vooruit te schuiven”, zegt trekker Curtis Hofwijks aan Dagblad Suriname. De Bond van Leraren (BvL) en Alliantie van Leerkrachten in Suriname (ALS) zijn sinds dinsdag in actie. De We zijn Moe-trekker heeft afgelopen donderdag volop ondersteuning verleend bij de protesten voor het assembleegebouw.
Hofwijks zegt dat ernaar gekeken wordt om een eigen massa op de been te brengen om zodoende extra ondersteuning te geven aan leerkrachten. Wat dit betreft, is de groep zich nog bezig te beraden. Hofwijks voert aan dat de regering de taak heeft onderwijs te garanderen. Tegelijkertijd moet er ook rekening mee worden gehouden dat leraren ook recht hebben op de hun beloofde herwaardering. Het feit dat de mensen afgelopen woensdag niet door president Desi Bouterse zijn ontvangen, getuigt volgens de We Zijn Moe-trekker ook niet van goed fatsoen. “Als de president niet kan, dient hij tenminste een vertegenwoordiger te sturen. Dat is hoe het hoort. Je kan je burgers niet zo in de felle zon laten staan.” Volgens Hofwijks heeft het onderwijsproces in ieder geval geen baat bij de powerplay tussen bondsvoorzitter Wilgo Valies en onderwijsminister Robert Peneux. “Niemand heeft baat bij het gebruik van stoere taal. Waarom treft de minister maatregelen als hij zegt open te staan voor dialoog?”, aldus Hofwijks.
FR