Voor de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa) is 2016 een jaar van beleving van het woord ‘precair’ geweest’. Volgens Wilgo Bilkerdijk, voorzitter van de organisatie, is 2016 geen prachtig jaar geweest. “Voor 2017 zijn er goede vooruitzichten, maar zeker ook veel zaken waarvoor er aandacht nodig is van de overheid.” In dit kader hebben de bedrijfslevenorganisaties zich verenigd in een platform van organisaties om zodoende een sterkere stem te laten klinken.
Het platform zal structureel de overheid erop wijzen welke zaken moeten worden gerealiseerd om het bedrijfsleven weer op poten te krijgen. “Asfa zelf heeft haar prioriteitenlijst ook opgemaakt. Bij mondjesmaat zullen wij de overheid de prioriteiten voorhouden, zodat de besluiten heel snel genomen kunnen worden. Wij snappen dat je met weinig middelen niet veel kunt doen, maar veel van de prioriteiten hebben geen geld nodig. Het gaat om de noodzaak om besluiten te nemen. Sommige besluiten kunnen hard aankomen, maar wij moeten het doen”, stelt Bilkerdijk.
“De bevolking zal het misschien minder leuk vinden”, maar in 2017 zullen volgens de voorzitter de importen veel minder worden. Dit zal automatisch geschieden. Deze druk zal betekenen dat er minder vlucht is van vreemde valuta naar het buitenland. Hier liggen er als spin-off twee effecten op te wachten. De samenleving kan zich ten eerste aanpassen aan de ontstane situatie of de overheid doet haar huiswerk, waardoor de Surinaamse producent deze aanpassing kan vervangen met haar eigen producten. Dit heeft merendeel te maken met de niet luxe consumptieve goederen. Voor de luxe consumptieve en niet consumptieve goederen waar er door de jaren heen ook veel deviezen aan is besteed, ziet Bilkerdijk vooralsnog geen andere optie dan de aanpassing door de samenleving zelf.
Asfa heeft ook vanuit verschillende hoeken vernomen dat de overheid weer interventies pleegt op de valutamarkt. Het zou volgens Bilkerdijk een misvatting kunnen zijn. Echter, indien blijkt dat deze informatie op waarheid berust, is dat volgens hem wel zorgwekkend, omdat precies dit model een grote reden is voor het bestaan den de ‘precaire’ economische situatie.
“Wij willen ervoor zorgdragen dat dit in ieder geval wordt rechtgezet. Middelen beschikbaar stellen voor consumptieve goederen is precies waar wij tegen waarschuwen. Ondernemers, en zeker de Asfa-leden, zijn geen mensen die opgeven. Het zijn mensen die wel durven. Wij geven geen enkele regering een trap na, maar de politiek heeft er niet voor gezorgd dat je een facilitering krijg voor de lokale productie. Ons lokale productie is misschien niet zo sterk, maar dat heeft niet gelegen aan gebrek aan particulier ondernemerschap. Er zijn genoeg mensen die willen produceren. De overheid moet uiteindelijk een richting aangeven”, stelt Bilkerdijk. Bij Handel en Industrie (HI) wordt de term ‘topsectoren’ vaak gebezigd. Echter ligt het niet alleen aan HI om de zaak te trekken. De regering moet in haar totaliteit bepalen welke de topsectoren worden voor Suriname.
Daarvoor dienen bijvoorbeeld de ministers van Natuurlijke Hulpbronnen, Handel en Industrie en Financiën allemaal op dezelfde lijn te staan. Kiezen alle drie ministeries voor verschillende paden, dan wordt het moeilijk om gezamenlijk te groeien. Het door de overheid vastgestelde richting dient uiteindelijk voor de private ondernemer duidelijkheid te bieden in de mogelijkheden. “De overheid zal die facilitering moeten plegen om de particuliere sector de mogelijkheid te bieden om te groeien”, aldus Bilkerdijk.
Kavish Ganesh