Onlangs heeft de Centrale Bank van Suriname (CBvS) te kennen gegeven dat men bij elke transactie vanaf USD/Euro 3000 de herkomst hiervan dient aan te tonen. Echter is in het ‘Staatsbesluit Indicatoren Ongebruikelijke Transacties (S.B. 2003 no. 45)’ een andere regeling getroffen. Op grond van dit artikel dienen klanten bij een bedrag van USD 10.000 of het equivalent daarvan, de herkomst van de financiële middelen aan te tonen. De cruciale vraag is of de CBvS eigendunkelijk wetten mag wijzigen, zonder tussenkomst van De Nationale Assemblee (DNA). Dagblad Suriname sprak in dit kader met parlementslid Jitendra Kalloe (VHP).
“Er heeft geen wetswijziging met betrekking tot de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (MOT) plaatsgevonden. De leden van de DNA weten er niets van. Het is inderdaad zo dat bankmedewerkers volgens de wet pas bij een bedrag van USD 10.000 of de waarde in Euro en SRD naar de herkomst hiervan mogen vragen.” Volgens Kalloe worden er binnenshuis zaken aangepakt. “Van het ene op het andere moment komt men ineens met een nieuwe maatregel. De banken en de minister van Financiën moeten zaken goed communiceren met de samenleving.” Kalloe is van mening dat het bedrag dat in de wet is aangegeven, gehandhaafd moet worden, aangezien USD/Euro 3000 een vrij laag bedrag is om burgers te confronteren met allerlei onprettige bevragingen. Zo zijn er hardwerkende burgers die hun geld niet op de bank sparen, maar elders of zelfs thuis. “Het land is in een situatie terechtgekomen waar de samenleving niet meer weet wat te doen. Die onzekerheid neemt alleen maar toe, omdat men niet weet wat hen te wachten staat.” Ook komt het in deze precaire situatie voor dat het volk ondersteuning krijgt van familieleden in het buitenland. “Hoe zal deze groep de herkomst aantonen?” Daarnaast kunnen ondernemers stagnatie ervaren in hun werkzaamheden, doordat zij vaker naar de bank zullen moeten stappen voor een onnodige bevragingsronde. “Hetzelfde geldt ook voor het verbieden van cheques aan toonder door de CBvS. Ook hiervoor zal men zich persoonlijk moeten aanmelden bij de bank om vervolgens in de lange rijen te gaan staan.” Kalloe vraagt zich af hoe de CBvS de controle zal uitoefenen wanneer vreemde valuta naar het buitenland gesmokkeld zal worden. “Zijn er ook hiervoor maatregelen getroffen? Of is men alleen van plan om burgers die naar de bank gaan, maatregelen op te leggen?”
Kalloe benadrukt dat de DNA de instantie is die wetten maakt en goedkeurt. “In de DNA worden de eventuele effecten van de te nemen maatregelen breedvoerig besproken. Er wordt gekeken in hoeverre de maatregelen relevant zijn. Daarom moet de DNA betrokken worden bij elke besluitvorming.” Volgens Kalloe wordt de onrust op de valutamarkt steeds groter en groter.
