Het Suriname Business Forum (SBF) heeft met ondersteuning van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa) het project Developing Export –Readiness of Suriname Agrifood Enterprises for the Caricom market- ingediend ter financiering bij de Caribbean Development Bank. Binnen dit project zullen ongeveer 30 Surinaamse agrifood bedrijven, waarbij 10 export ready zijn en 20 die export ready gemaakt moeten worden, hun producten exporteren naar Trinidad en Tobago. Met dit project wordt concreet invulling gegeven aan het versterken en ondersteunen van Surinaamse bedrijven voor export naar Caricomlanden en overige markten. Het project heeft een duur van 2 jaar en zal geheel onder supervisie zijn van het SBF. Lancering van dit project heeft plaatsgevonden op 3 juli 2015 middels het tekenen van de grand overeenkomst. Na een grondige diagnose zijn de 30 bedrijven teruggebracht naar 15 bedrijven. De 15 participerende bedrijven zijn uiteindelijk Willemsberg NV, Surivit/SAPPCO NV, Gom Food Industries NV, Tafra Food, Gopex International NV, Duck Farms, Fernandes Ice Cream NV, Fernandes Bakkery NV, Suriname Pig Farms NV, Tropical Trade & Industries NV., Lal Farms NV, Suriname Alcoholic Beverages NV, M.N Food Impex NV, Fernandes Bottling NV en Sorena ’s Winery NV. Deze bedrijven zijn export ready. Wanneer men uiteindelijk tot exporteren overgaat, is niet bekend omdat enkele zaken nog uitgewerkt dienen te worden.
Directeur Reina Raveles van het ministerie van Handel en Industrie (HI) zegt dat het exportprogramma een programma is dat strategisch is. “Dit is onder andere een prachtig programma, dat laat zien wat we moeten doen om vooruit te komen met het land op economisch gebied. Het is ook consequent. Er is namelijk een heel traject uitgezet en dat wordt consequent gevolgd.” De HI-directeur vindt het geen toeval dat het bedrijven zijn in de agro- en foodindustrie, die dit initiatief hebben genomen, gezien Suriname bekendstaat voor haar lekker eten. Er zijn ook andere sectoren die kijken naar dit programma, die zich zullen afvragen wanneer zij aan de beurt komen. “Het is belangrijk om te zeggen dat we moeten gaan kijken naar de voortgang van dit traject. We hebben afgelopen week al gesproken met een mogelijke financiële partner voor het vervolgtraject, zodat we verzekerd zijn van continuïteit. Ik wil benadrukken dat niet het ministerie van Handel en Industrie maar ook het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), van Financiën en Buitenlandse Zaken (Buza) betrokken zijn geweest hierbij.”
Gilbert van Dijk, general manager van het Suriname Business Development Centre, zegt dat er is gekozen voor Trinidad en Tobago omdat men zegt dat het moeilijk is toe te treden tot deze markt. We zijn lid van Caricom maar we maken er geen gebruik van en we zoeken veels te ver weg naar markten, terwijl we markten hebben die dichterbij huis zijn. “In een ontwikkeling van de Export Readiness programma was de Caribbean Development Bank ook direct te vinden voor het ontwerpen van het model. Het model is tevens bruikbaar voor alle markten. Het is nu belangrijk dat de bedrijven die markt betreden en afzetten wat ze af kunnen zetten. Op een later tijdstip komen de grotere investeringen.” Ten aanzien van gestelde voorwaarden om te kunnen bewegen op de markt hebben deze bedrijven goede producten, competetiveness om mee te kunnen doen en goede diensten. “Ik denk dat de overheid ook moet werken aan de voorwaarden die bij hun zit. Volgens Van Dijk moet het fytosanitair in orde gemaakt worden. Fytosanitair heeft namelijk te maken met de controle ter voorkoming van de verspreiding en de overbrenging over de nationale grenzen van planten en plantaardige producten en schadelijke organismen. “Er moet geen discussie meer zijn daarover. Mensen willen weten wat ze eten en dat moet vastgesteld worden. Het ministerie van LVV moet opschieten die zaken in orde te maken. Tevens ligt er al geruime tijd een wetswijziging over de slachtwet, vanuit een verouderde wetgeving waaruit LVV geen supervisie had en nu wel supervisie krijgt. Dat moet zo snel mogelijk in orde gemaakt worden”, stelt Van Dijk.