De teruggang in de economie van Suriname is veel erger dan werd verondersteld. Waar het Internationaal Monetair Fonds (IMF) begin vorige maand nog rekening hield met een inkrimping van ongeveer 7 procent is dat na besprekingen met de regering, het bedrijfsleven, vakbeweging en andere groepen en analyse van de momenteel beschikbare cijfers bijgesteld naar 9 procent. Zonder ingrijpende maatregelen van regeringszijde blijft het risico op verdere instabiliteit, scherp fluctuerende wisselkoersen en stijgende inflatie groot. Dit zeiden Daniel Leigh, chef van de IMF-missie, en Joshua Charap, IMF-vertegenwoordiger hier te lande, vrijdag tijdens een persconferentie aan het einde van de reguliere Artikel-IV missie die de afgelopen twee weken in Suriname is uitgevoerd. Leigh voerde aan dat het aanhouden van de verhoging van de stroomprijzen en belasting op brandstof een negatief effect heeft gehad op de staatsfinanciën. Afgelopen weken is de voortzetting van de samenwerking met het IMF ter sprake geweest toen president aangaf dat het IMF koud en berekend was.
President Desi Bouterse gaf aan dat de eis van het IMF om de brandstofprijzen drastisch aan te passen niet werkbaar was, omdat deze voor erupties in de samenleving zouden zorgen. Volgens het staatshoofd zullen de energieprijzen bij de NV Energiebedrijven Suriname verder ook niet worden aangepast, zolang het bedrijf niet is doorgelicht. De situatie is volgens Leigh zeer nijpend, omdat de regering hierdoor elke maand 0.8 procent van het bruto binnenlands product minder heeft om haar huishouding draaiende te houden. “Het is dringend noodzakelijk dat de hervormingsmaatregelen snel worden doorgevoerd, omdat de koopkracht van de samenleving constant omlaag gaat”, zei Leigh.
Verlichting door Merian-goudmijn
Het IMF verwacht wel dat de situatie in 2017 licht zal verbeteren, mede door inkomsten uit de Merian-goudmijn. De inflatie die dit jaar op ongeveer 60 procent zal eindigen, zal dalen en zal de economische groei minder zijn dan dit jaar. De importen van het land trekken volgens Leigh een zware wissel op de buitenlandse reserves, die het IMF projecteert op -4% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Voor volgend jaar verwacht het IMF dat met de exporten van de nieuwe goudmijn de buitenlandse reserves met 2% van het BBP zullen toenemen. De totale schuld van het land zal tegen eind van het jaar 70% van het BBP zijn.
Het ergste is duidelijk niet voorbij
“Nu onze doelen genaderd zijn, kunnen wij ons de luxe permitteren om de private sector wat ademruimte te geven. We geloven dat het ergste al achter ons ligt.” Dit zei minister Gillmore Hoefdraad van Financiën onlangs in gesprek met Bloomberg, pratende over de financiële ontwikkelingen in Suriname. Dat het ergste niet achter ons ligt, blijkt duidelijk uit de gepresenteerde cijfers van het IMF. Ook zei Hoefdraad zelfverzekerd dat het IMF om meer ruimte gevraagd zou worden. Het is duidelijk dat het IMF er niet over piekert die ruimte te geven.
FR