Vervuilers hebben zware stem, slachtoffers zijn stil

Er zijn wederom problemen geconstateerd met de illegale porkokkers in het binnenland. Er zijn wegbarricades aangelegd en tenminste een politieman heeft letsels opgenomen toen de probeerde de wegversperring te verwijderen. Er is een goudconcessie toegekend aan Iamgold. Voor de komst van Iamgold waren de kleinschalige mijnbouwers in het gebied bezig om hun goud te winnen. Nu mogen ze niet meer hun ding gaan doen in het goudrijke gebied, omdat dat toegewezen is aan de multinational. De kleine mijnbouwers hebben hun eigen grond toegewezen gekregen, maar die zou goudarm zijn. En dat is de ontevredenheid van de kleine goudmijnbouwers. De kleine mijnbouwers willen hun goud gaan ‘dieken’ in de Romapit, maar dat mag niet. De gemeenschappen waaruit de goudzoekers komen, hebben vaker zichzelf zodanig opgesteld dat ze tegenover de politie zijn komen te staan. De zogenaamde goudindustrie in Suriname maakt het Surinaamse milieu kapot. Voor de goudindustrie is nodig dat bos wordt weggehaald. De grote multinationals gebruiken cyanide om het goud te bewerken. Dit cyanide wordt bewaard in reservoirs. Reservoirs kunnen bij grote regenval en overstromingen overlopen, waardoor de giftige stof terechtkomt in nabij liggende rivieren en kreken. De reservoirs kunnen ook onderaan gaan lekken, waardoor het via grondwater terechtkomt in rivieren en kreken. In de NF-periode zijn in DNA aanhoudend indringende vragen gesteld of het mogelijk is dat cyanide lekt of overloopt en of de lekkage zich inderdaad ook had voorgedaan. De minister belast met milieuzaken was niet in staat om antwoord te geven. De kleine goudmijnbouwers uit de Marrondorpen, maar ook de stedelingen en de Brazilianen dumpen jaarlijks grote hoeveelheden kwik in de Surinaamse wateren. Het kwik wordt gebruikt bij het binden van goud. De grootste slachtoffers van de kwikvervuiling zijn de Inheemsen. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen in het binnenland hebben al hoge hoeveelheden kwik in hun lichaam. De Inheemsen zelf zijn niet de mensen die goud zoeken. De Inheemsen zijn niet degenen die het milieu vervuilen, maar zij zijn de grootste slachtoffers. De grootste ‘champions’ van de milieubescherming zijn de Inheemsen, maar los van enkele buitenlanders, die als buitenstaanders worden gezien, hebben de Inheemsen geen stem. Thans heeft de politiek de stem van de Inheemsen verlamd. Bepaalde dorpshoofden zijn gecorrumpeerd door de politiek en durven geen stelling te nemen tegen de regering. Men is wel oneens en betreurt zaken, maar wordt stil als gevraagd is wie nalatig is, schuld heeft of zijn werk niet doet en zijn plicht verzaakt. Opmerkelijk is dat de president afkomstig is uit de Inheemse gemeenschap en hij dit als zodanig ook ettelijke keren heeft benadrukt. De groep die het meest en dringend in aanmerking komt voor erkenning van de landrechten, zijn de Inheemsen. Er zijn buitenlanders hier geweest die zelfs in de binnenstad grote hoeveelheden kwik hebben gemeten, maar mensen vanuit de overheid hebben bedreigende taal tegen deze wetenschappers geuit, waardoor ze hals over kop het land moesten verlaten. Metingen doen kon nog, maar slechte resultaten moesten niet zo naar buiten worden gebracht. De pers heeft geen aandacht voor de vervuiling van het milieu en past op dit stuk ook zelfcensuur toe. Het is ook opmerkelijk dat Surinaamse milieu-gerelateerde organisaties zoals het Nimos heel oppervlakkig en vaag zijn over de milieuvervuiling, die nu door de grootschalige goudwinning en de kleinschalige goudwinning gaande is in Suriname. Men geeft wel in beide gevallen aan welke gevaren en schade er in het algemeen kan intreden, maar verzuimt om met feiten en cijfers aan te geven wat de impact is bijvoorbeeld op de Inheemsen. Er is tijdens de laatste verkiezingen een partij geweest die zich geheel en al richtte op de problematiek van de Inheemsen en hun dreigende uitsterving vanwege kwikvervuiling. Deze partij kon niet rekenen op het vereiste aantal stemmen om maar 1 zetel in het binnenland of in de Inheemse gebieden te halen. Technisch genomen kan er in Suriname niet gesproken worden van ‘inheemse en tribale volken’ in relatie tot het internationaal recht waar collectieve landrechten, milieubescherming, gedeelde management in exploitatie natuurlijke hulbronnen en winstdeling bij exploitatie van de natuurlijke hulbronnen aan de orde is. Er is een belangentegenstelling tussen de inheemse volken (de Inheemsen) en de tribale volken (de Marrons). De laatsten maken hun eigen milieu en dat van de Inheemsen kapot. De Marrons bedreigen technisch het voortbestaan van de Inheemsen door hun vervuiling. Het heeft er veel weg van dat we geen tribale volken hebben, omdat die zwaar gecorrumpeerd zijn door de verstedelijking. Uiteindelijk zijn we terug bij af, de eerste bewoners van Suriname staan er weer alleen voor. Hun land is van hun afgepakt en dat dreigt door de milieuvervuiling nu ook te gebeuren met hun voortbestaan. Met de komst van de kolonisator enkele eeuwen terug werd de Inheemse bevolking, de aanvankelijke eigenaren van dit continent, gedecimeerd. Nu zijn ze een minderheid die niet eens voor zichzelf kan opkomen en bedreigd wordt met uitsterving. Waar de kolonisatoren zijn opgehouden, zijn de eigen Surinamers doorgegaan in het uitroeien van de Inheemsen.

error: Kopiëren mag niet!