Suriname op de internationale kapitaalmarkt (deel 1)

In deze editie bespreken wij de recente transactie van de Republiek Suriname op de Internationale kapitaalmarkt. Laten wij ook voor een ieder in Suriname bidden en hopen dat de hachelijke economische situatie spoedig zal verbeteren. Suriname heeft recentelijk geheel onverwachts een substantiële fundingsoperatie op internationale kapitaalmarkt uitgevoerd. Deze eerste inaugurele staatslening op de internationale kapitaalmarkt is in diverse opzichten een belangrijke transactie voor Suriname. Met ons boek “De creatie van duurzame welvaart in Suriname (editie 2002)” hadden wij destijds aan beleidmakers de kracht van creditratings (kredietwaardigheid beoordelingen) en de internationale kapitaalmarkt proberen duidelijk te maken. Geïnteresseerden kunnen vrijwel alle aspecten van deze inaugurele transactie in het boek nalezen. Aangezien er in de samenleving nog steeds misverstanden zijn inzake het uitgifteproces van obligaties, geven wij in deze editie een nadere analyse.
De spelers
Bij de plaatsing van een lening op de internationale kapitaalmarkt zijn diverse spelers betrokken. De belangrijkste partijen zijn ten eerste de emittent (de geld lenende partij die de geldlening aangaat oftewel de debiteur/ in het engels –issuer-). Ten tweede de lead-managers, dit zijn de financiële instellingen die de emittent en de kapitaalverschaffers bij elkaar brengen. Er zijn enkele grote verschillen tussen een banklening en een transactie zoals deze op de kapitaalmarkt. Bij een banklening is er een bilaterale relatie tussen de debiteur en de bank of enkele banken, die onderdeel zijn van een syndicaat. De leningsovereenkomst zal diverse convenanten hebben waaronder onderpand en strikte richtlijnen m.b.t. onderliggende financiële ratio’s. De debiteur zal zich moeten houden aan strakke richtlijnen zoals de mate van schuld t.o.v. van het inkomen. Als een van deze convenanten wordt overtreden dan kan de bank meer onderpand eisen of zelfs een vervroegde aflossing eisen van de lening. Uiteindelijk zal de bank het onderpand verkopen om haar leningen te re-couperen mocht de debiteur niet in staat zijn de lening af te lossen. In tegenstelling tot een banklening, worden bij een zgn Regs/ 144 A-obligatietransactie die recentelijk door de Republiek Suriname is uitgevoerd, geen bezittingen in onderpand gegeven. Er zijn ook geen strikte leningconvenanten. De investeerders zijn zgn. QIB (Qualified Institutional Buyers) die zelf een krediet analyse maken op basis van o.a. de rating. QIBs zijn voornamelijk institutionale beleggers zoals Pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, vermogensbeheerders en vermogende particulieren. De terms & conditions van de obligatie worden gespecificeerd in een juridisch document “de offering memorandum” ook wel Private Placement Memorandum(PPM) genoemd. Hierin geeft de debiteur aan waarom zij leent en hoe het geleende bedrag zal worden besteed. Ook de risico’s worden besproken in de PPM. In de PPM wordt aangegeven dat leningen op basis van 144A wetgeving en Regulation S (REGs) wetgeving zullen worden uitgegeven. De 144A regulation maakt het dus mogelijk dat Suriname deze obligatieleningen niet eerst moet laten reguleren en toetsen door de Amerikaanse Security Exchange Committee. Deze procedure is overigens standaard voor alle landen die onder 144A/ REGs een lening uitgeven op de internationale kapitaalmarkt. Het gaat hier dus primair om de bescherming van de Amerikaanse en andere particuliere investeerders. Deze obligaties mogen door de leadmanagers niet aan particuliere investeerders worden aangeboden. De minimale denominatie van dergelijke staatsleningen is US$200.000.
Doelstellingen van de emittent
De Republiek Suriname is de emittent (de issuer). De doelstelling van iedere issuer is om het beoogde bedrag zo goedkoop mogelijk op te halen. Daarom zijn ratings dus zo essentieel. Ratings vormen het visitekaartje van een land op de internationale kapitaalmarkt. Suriname was destijds in 1999 leeggeplunderd toen de regering en de CBvS een rating aanvroegen. De eerste rating die Suriname kreeg als gevolg van de economische ravage in 1999 was een lage B-minus. Geen enkel zichzelf respecterend land wil in de junk categorie geplaatst worden. De B minus rating is binnen de junk categorie net op de rand van de afgrond. Suriname leek op de goede weg in 2012 en 2013. Suriname kreeg in augustus 2012 een Ba3 rating van Moodys met een positieve outlook en in April 2013 een BB minus van S&P eveneens met een positive outlook. Suriname was toen 2 stappen verwijderd om uit de junk categorie te stappen. Als men toen deskundig financieel beleid had gecontinueerd dan zou Suriname door hard werken verder zijn gepromoveerd tot de laagste investment grade rating en status “junk” zijn kwijtgeraakt. Immers hoe hoger de rating des te lager het kredietrisico van de emittent en des te meer goedkoop kapitaal beschikbaar komt. Omdat de Amerikaanse staatsleningen markt toonaangevend is voor de US-dollar markt worden andere emittenten altijd geprijsd met een rente-opslag boven vergelijkbare Amerikaanse staatsleningen. Als een emittent een lage rating heeft dan zal deze opslag vooral bepaald worden door de kredietverstrekkers. En vooral bij een inaugurale lening moet de regering nog prudenter zijn aangezien hiermee de risico-vrije US-dollar rente zichtbaar wordt voor iedereen in de wereld. Deze risico vrije US$ rente voor de Republiek Suriname is nu rond de 9% is USD termen. De obligatie handelt inmiddels wel op een prijs van 105.
De lead-managers
De lead-managers zijn de banken die het mandaat hebben gekregen van de emittent om de leningsoperatie te begeleiden. Suriname heeft de investment banks Oppenheimer en Scotia bank als lead-managers gekozen. Op zich redelijk goede partijen maar zij behoren niet tot de gevestigde grootmachten zoals Goldman Sachs, Bank of America en Deutsche bank. Deze partijen waren in het verleden terughoudend om geassocieerd te worden met de regering en hadden zich destijds helaas teruggetrokken. Deze partijen hebben een vrij groot handelsboek en grotere risicolimieten en zijn derhalve te prefereren, met name om de prijs van de Suriname bond in de secundaire markt te ondersteunen. Suriname zou destijds (2013/2014) met de hogere rating een aanzienlijk lagere rente betaald hebben. Het is belangrijk om te begrijpen dat de lead-managers deze lening niet zelf verstrekken maar eerst een soort “initiële sounding “’zullen doen bij hun klanten, de institutionele beleggers. Na de initiële sounding komt de lead-manager terug naar de emittent met een overzicht van de potentiële belangstelling. De operatie wordt in meer ontwikkelde landen geleid door een professionele Treasury afdeling die valt onder het Ministerie van Financiën. Bij Frontier landen zoals Suriname is het gebruikelijk dat de Minister van Financiën samen met de Governor van de Centrale bank een dergelijke operatie leidt. Nadat de indicaties zijn verkregen, kan de emittent afhankelijk van haar targets besluiten het formele proces op te starten. De lead-managers bespreken het kredietprofiel van de emittent met de investeerders. Vooral de looptijd, de kredietopslag boven Amerikaanse staatsleningen en de omvang van de lening zijn belangrijke criteria. Als de lead-manager groenlicht krijgt van de Min Fin dan zal de feitelijke roadshow worden gepland. De lead-managers hebben een belangrijke rol om de belangen van de geldverstrekker en de emittent zo veel mogelijk in balans te brengen. Zij houden een overzicht bij van alle investeerders die hebben ingeschreven op de obligatie. De lead-managers ontvangen een fee tussen de 0.25% tot 2% afhankelijk van de kwaliteit van de emittent. Wij vermoeden dat Suriname 1.75% betaald heeft (de hoge kant van de range) maar het zou kunnen dat Suriname nog meer betaald heeft omdat andere toonaangevende banken in het verleden geweigerd hadden in zee te gaan met Suriname vanwege voormalige reputationele risico’s. De lead-managers zullen ook een gespecialiseerd advocatenkantoor inhuren die de PPM in elkaar zet. Het prijskaartje zal ook hier relatief hoog liggen ($500.000 tot $1 miljoen) omdat het kantoor ondanks indemnificatie toch een zeker reputationeel risico neemt. (wordt vervolgd op vrijdag 4 november 2016).
Amwed Jethu
©jetinvest2016; [email protected]
Bron: Diaspora Nieuws

error: Kopiëren mag niet!