De Venezolaanse vissers willen voor al de schade (het verlies) wat ze hebben opgelopen, vergoed worden. “Het is niet 1 keer, maar 3 keer voorgekomen dat de directeur van Centrale voor Vissershavens in Suriname (Cevihas) ons heeft gezegd dat wij geen vergunningsgelden, douanekosten en nog andere kosten hoeven te betalen”, stelt een visser. Nadat op 20 oktober de Orly II werd opgepakt, voeren alle Venezolaanse vissersvaartuigen naar binnen gezien zij ook zonder vergunningen op zee waren.
Derryl Boetoe, Cevihas-directeur, stelt echter dat zijn organisatie onlangs nog nieuwe vergunningen heeft verstrekt en geen kennis heeft genomen van zulke klachten. “Vanuit een bepaalde hoek wordt er geprobeerd om de nieuwe leiding van het bedrijf te beschuldigen van zaken die niet goed zouden zijn gegaan. Intussen is het al bekend wie erachter zit en is dat ook aan de Venezolaanse ambassade aangegeven”, stelt Boetoe. Volgens Boetoe is er sprake van opruiing geweest, terwijl de leiding van het bedrijf zich liever op de problemen en oplossingen focust. Daar is de ambassadeur van Venezuela volgens Boetoe ook content mee.
De Venezolanen werken voor diverse bedrijven. Zij meren aan bij Cevihas en leveren de vis af. De afspraak is dat Cevihas de mensen betaalt, zodat zij niet lang aan wal hoeven te blijven. De bedrijven betalen Cevihas ook servicekosten. De laatste tijd blijkt dat het niet goed gaat met de betaling, waardoor er veel ontevredenheid is. De vissector brengt deviezen in het land. Deze situatie kan niet langer duren, want de gevolgen zullen niet te overzien zijn, wanneer de vissersboten massaal besluiten elders hun diensten aan te bieden.
Prahlad Sewdien, voorzitter van de Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA), stelt dat in deze situatie de blaam alle drie stakeholders treft. Het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, de vissers en Cevihas zouden beter en nauwlettender te werk moeten gaan om dit soort problemen te voorkomen.
De eigenaar of de reder van het vissersvaartuig vraagt volgens de Zeevisserijwet van 1980 de vergunning voor het bedrijven van de zeevisserij zelf aan. Cevihas is aangewezen als de instantie die namens Suriname contacten onderhoudt met Venezuela. Volgens Sewdien dienen deze twee partijen dus erop toe te zien dat de vissers hun documenten op tijd in orde krijgen. Aan de andere kant dient iedere kapitein van een boot te weten dat die niet kan vissen, zonder over een vergunning te beschikken. Hier schuilt er ook een stukje verantwoordelijkheid van de kapitein. Volgens de wet staat er tegenover het niet naleven van dit gedeelte van de wet, een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar of geldboete.
“Alle drie instanties zijn verantwoordelijk voor aanvraag van de vergunning. Cevihas kan gezegd hebben dat de vissers niet over een vergunning hoeven te beschikken, maar elke visser dient volgens de wet over een vergunning te beschikken. Natuurlijk is de taal ook een probleem. Het zou misschien ook aan de communicatie liggen. Ik weet niet waar de fout ligt, maar het is een verantwoordelijkheid van iedereen. Het gaat om het legaal vangen van vis. Daartoe moeten wij de zekerheid hebben. Iedereen had hierop moeten toezien”, aldus Sewdien.
De laatste vergunningen zijn uitgegeven in 2012, terwijl de inningen van gelden werden gecontinueerd. Op een gegeven moment trad er onduidelijkheid op qua rapportage van ook deze inningen. Ook was er onduidelijk als deze inningen compleet waren. Dat de vissers werken zonder vergunningen, bleek uit de doorlichting van de organisatie. Door deze situatie, besloot Boetoe om de inningen stop te zetten. “Wij wilden eerst duidelijkheid hebben alvorens wij verder gaan met het innen en aanvragen van vergunningen. Alleen mensen die volledige betalingen hebben verricht, kunnen werken. Wij werken volgens de regels en procedures van het land. Wij brengen transparantie in de zaak”, stelt Boetoe. Het geïnde geld kent geen tracering in de administratie. Volgens Boetoe wordt er in ieder geval naar tevredenheid van partijen gewerkt richting betere tijden.
Kavish Ganesh