Een klokkenluider heeft Dagblad Suriname doen weten dat mr. Gerold R. Sewcharan politieke leiders van PL, VHP en NPS, waaronder Somohardjo, Santokhi en Rusland op de hoogte heeft gesteld, dat hij op 27 oktober via de griffier heeft vernomen dat in de kortgedingzaak PL, VHP en NPS contra Sapoen, Chitan en de voorzitter van De Nationale Assemblee de rechter aan de advocaat van de tegenpartijen heeft gevraagd om de wijzigingen van de Terugroepwet in het geding te brengen. De wet bevindt zich volgens de griffier niet in het dossier van de rechter. De advocaat van de gedaagden heeft daartoe tot uiterlijk 4 november aanstaande van de rechter de tijd gekregen. De reactie van Sewcharan tegen de griffier was dat de wet al door de advocaat is overlegd bij haar conclusie van dupliek, d.d. 25 augustus 2016. Hij heeft die immers wel ontvangen.
Sewcharan begrijpt de rechter niet
Sewcharan liet in een schrijven zijn cliënten weten dat: ‘de beslissing van de rechter is, wat mij betreft onbegrijpelijk’. ‘Wetten zijn openbaar. Ik begrijp niet dat de rechter de zaak aanhoudt om de advocaat in de gelegenheid te stellen de wet in het geding te brengen en nota bene met ruim een week. Overigens komt het bijna niet voor dat een advocaat een stuk wel aan de advocaat van de wederpartij geeft en niet aan de rechter. Ik weet vooralsnog niet wat ik hiervan moet denken’, aldus Sewcharan aan Somohardjo, Santokhi en Rusland.