Sharman vraagt aanpak oneigenlijke concurrentie jegens Melkcentrale

“De Melkcentrale is een staatsbedrijf dat zich bezighoudt met de verwerking van rauwe melk die door de melkboeren wordt geleverd. Het beleid van het bedrijf houdt o.a. in dat er meer rauwe melk wordt gebruikt bij de verwerking. Dit geldt voor alle bedrijven die melk verwerken, waarbij naleving van de “Melkverwerking verordening”, in acht wordt genomen.” Dit staat letterlijk in de begroting van 2017 van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. Echter wijst de praktijk anders uit.
De Melkcentrale Paramaribo NV(MCP) is een parastatale organisatie, die al jaren geen subsidie meer krijgt van de overheid. De organisatie moet zichzelf zien te bedruipen. Voorwaar niet een gemakkelijke taak als ook blijkt dat de onderneming op de markt oneigenlijke concurrentie ondervindt van andere marktspelers. Met veel inventiviteit en het brengen van een diversiteit aan melkproducten op de markt staat de Melkcentrale met een marktaandeel van ongeveer 40% nog overeind.
Volgens de vergunningsvoorwaarden moeten alle andere spelers ook rauwe melk opkopen van de melkboeren. Echter blijkt alleen de Melkcentrale deze opkoop te doen. Deze rauwe melk wordt verder verwerkt tot consumptiemelk en andere melkproducten. De andere spelers maken uitsluitend gebruik van poedermelk om melk te produceren. Dit is volgens parlementariër Dew Sharman een kwalijke zaak waar er vooral in moeilijke tijden als nu, naar gekeken moet worden.
Poedermelk blijkt een goedkope grondstof te zijn om melk te produceren, terwijl rauwe melk als grondstof duurder is. De productie van melk met poedermelk is dus stukken goedkoper, waardoor de Melkcentrale in een nadelige positie wordt gemanoeuvreerd. “Gelukkig is de MCP nog bereid om rauwe melk te kopen. Dagelijks leveren rond de 300 melkboeren hun melk aan de Melkcentrale. Voor deze klein-ondernemers is de import van goedkope poedermelk zeker geen stimulans om de productie op te voeren. Waarom zou de melkproducent rauwe melk van de melkboer kopen als poedermelk goedkoper is om melk te produceren”, stelt Sharman.
Het is volgens de politicus daarom van belang dat de overheid regelgeving maakt ten aanzien van de opkoop van rauwe melk. Eventueel zou er aandacht moeten zijn voor de heffing op poedermelk, een zodanige verhoging dat de import van poedermelk niet langer lucratief wordt. Ook de melkboeren zouden hierbij kunnen meeprofiteren, omdat dan de lokale rauwe melkproductie gestimuleerd zal worden. “Dit is een simpelere exercitie om import te vervangen, lokale productie te verhogen en ook werkgelegenheid te creëren. Het enige wat nodig is, is visie en beleid”, aldus Sharman.
Zowel in de laatste jaarrede van de president als op de begroting van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij blijkt er niet veel aandacht te zijn voor dit specifiek onderwerp. Zaken die wel aandacht genieten op de begroting, hebben geen direct invloed op het beginsel van importvervanging. Er wordt bijvoorbeeld een steriele lijn bij de MCP opgezet voor verduurzaming van melk en melkproducten.
Er zal een Ultrahoge Temperatuur (UHT) Lijn met een creditline van India worden opgezet. Ook worden koeltransportwagens en andere equipment aangeschaft voor de verwerking van zuivelproducten. De totale lening bij India is in dit planjaar SRD 18.900.000. Er zal voor SRD 24.000 een consultant ingehuurd worden voor uitvoering van een studie voor grootschalig slacht- en melkvee. Melkproducenten kunnen voortaan hun melk dicht bij huis aanleveren voor een betere efficiëntie bij de levering van rauwe melk. Het eerste melkcollectiestation is op de Staatsboerderij neergezet. In Wanica-B zal een tweede melkcollectiestation opgezet worden voor SRD 300.000 en de inrichting zal SRD 900.000 bedragen. Dit maakt het leveren van melk stukken gemakkelijker, maar motiveert de boer niet om meer te produceren, omdat de afzet hetzelfde blijft.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!