Aanleiding nieuwe dienstregeling
De Surinaamse Politiebond (SPB) heeft via diverse kanalen laten merken dat hij de ‘Wijziging van de dienstregeling’ niet op prijs stelt. Dit heeft de SPB besproken met zowel de minister van Justitie en Politie als de korpsleiding. De dienstregeling van het KPS staat ook wel bekend als het nacht/middag/ochtendsysteem. De korpsleiding wil dit systeem wijzigen om een gunstiger systeem voor de politiefunctionarissen te realiseren, waarbij er sprake is van meer fysieke rust, de rechtspositionele kant van de betrokkenen en de wet en regelgeving in internationale context. De argumenten van de SPB zijn naar zeggen van de korpschef helemaal onderstreept. Ook gaf zij aan dat er met de SPB is afgesproken dat de nieuwe dienstregeling per 15 oktober 2016 ingaat. Er is in dit kader een werkgroep samengesteld door de korpschef, waarin ook een representant van de SPB zitting heeft genomen. Deze werkgroep heeft als doel om de uitwerking van de dienstregeling uit te zetten, zodat de monitoring ervan vlot kan verlopen en de eventuele knelpunten opgelost kunnen worden.
Oude dienstregeling
Voorheen hadden de politiefunctionarissen een dienstregeling, waarbij er sprake was van een ochtend-, middag- en nachtdienst. Na elke nachtdienst hadden de politiefunctionarissen een vrije dag. Dit systeem omvat 4 ploegen en zorgt nu al voor vele problemen betreffende de personeelscapaciteit. Vanaf het jaar 2013 heeft er geen nieuwe instroom plaatsgevonden.
Nieuwe dienstregeling
De nieuwe dienstregeling omvat een 5-ploegen-systeem. Dit betekent dat de druk op het personeel zal toenemen, omdat de personeelscapaciteit ongewijzigd is gebleven. De korpschef beklemtoont dat het haar verantwoordelijkheid is om zorg te dragen voor de continuïteit van de dienstverlening naar de samenleving toe. Hierdoor is er na rapportage van de werkgroep besloten om de nieuwe dienstregeling in te voeren, echter stapsgewijs waarbij niet alle ressorten in een keer worden aangedaan. Volgens de korpschef laat de personeelscapaciteit het op dit moment niet toe, waardoor de continuïteit van de dienstverlening in gevaar kan komen. De minister van Justitie en Politie kan zich terugvinden in deze gedachtegang, waardoor er een aanvang is gemaakt met het implementeren van de nieuwe dienstregeling. Binnen alle ressorten zijn door de werkgroep gebieden uitgekozen die een weergave zijn van de aard van de regio om de gewijzigde dienstregeling uit te voeren. Er zijn 4 regio’s, te weten Regio West, Regio Midden, Regio Oost en Paramaribo. Vooralsnog heeft de werkgroep de gebieden Nieuw-Nickerie, Groningen, Nieuwe Grond, Leiding, Lelydorp, Meerzorg, Richelieu, Geyersvlijt, Nieuwe Haven en Centrum geselecteerd. Daarnaast is ook de wacht van het hoofdbureau meegenomen in het pilotproject, omdat dit slechts de verantwoordelijkheden met betrekking tot beveiliging bezit en geen onderzoek gerelateerde verantwoordelijkheden. Hiermee zou dan ook een evaluatie over de personeelscapaciteit kunnen plaatsvinden. Andere ressorten hebben behalve zichtbare functies (surveilleren/cellenhuizen) ook verantwoordelijkheden met betrekking tot het verrichten van onderzoek. Dit zijn allemaal zaken waar er rekening mee gehouden moet worden bij de planning en inzet van mensen. De werkgroep houdt om de 2 weken een evaluatie om aan het eind van de uitgekozen periode, die tot medio december duurt, een eindrapportage uit te brengen. De korpschef benadrukt dat het niet de bedoeling is van de korpsleiding om deze regeling voort te laten duren. Het gaat om de verantwoordelijkheid van de korpschef om de dienstverlening te garanderen.
Volgens de huidige situatie moet de politiefunctionaris 168 uren (bij resolutie geregeld) gewerkt hebben om aanspraak te maken op overuren. Dit is ook één van de dienstroosterknelpunten, omdat het financiële gevolgen met zich meebrengt. Het nieuwe dienstrooster daarentegen heeft een maximum van 144 uren, wat betekent dat er hierna sprake is van overuren.
Bespreken van de korpsleiding in de media
De korpschef vindt de wijze waarop de korpsleiding in de media besproken wordt, beneden alle fatsoensnormen wat zeer betreurenswaardig is. Het is naar zeggen van de korpschef een dieptepunt binnen de historie van de relatie tussen het bestuur van de SPB en de korpsleiding. De korpschef beklemtoont dat er altijd ruimte is voor communicatie. De korpsleiding heeft toegegeven dat er geen terugkoppeling is geweest met de SPB na het besluit om de nieuwe dienstregeling niet landelijk, maar eerst middels een pilotproject tot uitvoer te brengen.
Volgens de korpsleiding heeft de SPB het vakbondsrecht om te staken. Echter zal de korpsleiding te allen tijde zorgdragen voor continuïteit van de dienstverlening door maatregelen te treffen, indien er sprake zou zijn van een eventuele staking van de SPB. Het is vooralsnog niet duidelijk wat deze maatregelen zullen zijn. De SPB heeft vaker aangekaart dat de werkomstandigheden van dien aard zijn dat er geen optimale dienstverlening geleverd kan worden. De korpschef vindt dat er met voldoende creativiteit gewerkt wordt, waardoor de dienstverlening niet in gevaar zal komen.
