Kensenhuis gelooft in slagingskansen projecten regering

Parlementariër Patrick Kensenhuis geeft aan wel vertrouwen te hebben in de uitvoering en de slagingskansen van de aangehaalde projecten van de regering. De overheid moet natuurlijk bewijzen dat zij inderdaad de agrarische sector tot verder ontwikkeling kan brengen. In de jaarrede heeft de president namelijk aangegeven enkele agrarische projecten tot ontplooiing te zullen brengen. Hij noemde projecten zoals het opzetten van een oliepalmplantage door gerenommeerde internationale bedrijven uit China, India, Maleisië en Indonesië. Het bananenbedrijf Food and Agriculture Industries NV (FAI) zal te Saramacca en Nickerie circa duizend banen extra scheppen, naast vermeerdering van exportinkomsten.
Verder komt er een kokosindustrie, voor de verwerking van kokos tot kokosolie, kokoswater en de verwerking van de harde schil tot verschillende producten in een op te zetten vezelindustrie. “Suriname heeft potentie voor wat betreft die agrarische ontwikkeling”, zegt Kensenhuis. “Wanneer de regering dus aangeeft een kokosbedrijf op te willen zetten of een cacaobedrijf of wil werken aan uitbreiding van de rijstsector, wil men slechts de potentie uitbuiten die het land heeft. Een vraag die wij ons intern ook hebben gesteld is wat de haalbaarheid is van de projecten. Je moet namelijk niet iets zeggen dat gaat lijken op loze beloften.” Doordat de agrarische sector meer werkgelegenheid biedt, zegt Kensenhuis positief ingesteld te zijn en tevens uit te kijken naar de uitvoering van deze projecten. Er is tevens aan de regering gezegd dat zij in 2017 inderdaad laat zien dat er grond wordt uitgegeven voor verplanting van de aangegeven agrarische gewassen en dat er stappen genomen worden naar uitvoering van de projecten. “Anders gaat het volk weer aangegeven dat er zaken worden beloofd die niet worden uitgevoerd.”
“We zitten momenteel in een precaire situatie, maar aan de andere kant zijn wij een importerend land. We exporteren weinig tot helemaal niets. Suriname heeft heel veel potentie die niet benut wordt.” Vandaar dat de parlementariër stelt dat naast crisesmanagement men tegelijkertijd moet kijken hoe de productiesector op gang te brengen. “Hoe kan je die omslag maken van importland naar een exporterend land. Vandaar dat ik de uitbreiding van de productiesector toejuich. Je zult daarbij een combinatie moeten hebben van korte en lange termijnprojecten.”
Men heeft in het begin veel gesproken over de cassavesector. Het lag in de bedoeling dat cassave niet alleen gebruikt zou worden door de samenleving, maar uiteindelijk ook als exportproduct zou dienen. Er is op verschillende scholen zelfs ingevoerd dat kinderen als gezonde voedingsbron cassavepap krijgen. Echter wordt er met geen woord hierover gerept en ziet het complex er zeer verlaten uit. “Met betrekking tot de cassavefabriek zien we nu dat die nog niet voldoet aan de verwachtingen. Dat is namelijk heel jammer. We moeten echter leren uit de gemaakte fouten en dat we bepaalde dingen niet moeten herhalen. De cassavefabriek kan tot ontwikkeling gebracht worden, echter moet de regering de nodige maatregelen treffen”, aldus Kensenhuis.

error: Kopiëren mag niet!