“Wij zijn in een hele moeilijke periode, welke voorspelbaar was, ingegaan. Wij hebben groeperingen in de samenleving aangegeven dat het zwaarder wordt”, zei president Desi Bouterse gisteren in een politiek statement. De regering is volgens de president aan de slag geweest, gezien er geen financiële middelen ter beschikking waren. Er is een overeenkomst ondertekend met het Internationaal Monetair Fonds. “Achteraf kunnen we zeggen, was het wel nodig, was het niet nodig. Wij zijn met IMF bezig aan het onderhandelen. Kortom, het staat er en het heeft zijn verplichtingen daaraan gekoppeld”, verklaarde de president. Het moment van de mogelijkheden met de Islamic Development Bank moet volgens de president met beide handen worden aangegrepen. Na de ontwikkelingshulp staat er voor het eerst zo een groot bedrag ter beschikking voor de ontwikkeling.
“Op de eerste plaats is het niet zo dat men US$1.8 miljard voor je dumpt. Men heeft procedures. Het proces van opstarten is veel korter wanneer je bestekklaar bent. Bij de half bestekklare projecten gaan wij sneller moeten werken. Het bedrijfsleven krijgt een belangrijke job, omdat de staat faciliterend zal zijn”, zegt de president. Volgens Bouterse krijgt het bedrijfsleven nu een bevoorrechte positie wat betreft het tillen van de productie in Suriname. Hij noemt in deze situatie ook het beginsel van openbaarheid van bestuur en andere noodzakelijke. Er zal meer intensief overleg moeten plaatsvinden. Binnen de groeperingen die zijn geconsulteerd, is er heel wat kritiek, maar ook ondersteuning toegezegd. “Heel wat zaken die zij naar voren hebben gebracht, waar wij vinden dat zij gelijk hebben, worden ook meegenomen”, stelt de president.
Bouterse zei verder dat er geen andere keus is dan de zaak samen aan te pakken, vooral voor de volgende generaties. Hij meent dat door de crisis duidelijk is geworden hoeveel zaken fout zijn gegaan in Suriname. “De zaken die ik in de praktijk ben tegengekomen, zijn echt ten hemel schreiend. Wij als Surinamers hebben die fout gemaakt en wij als Surinamers gaan die rommel moeten opruimen. Wij zijn in staat dat wel te doen”, aldus Bouterse.
